Les voorrang in het verkeer

Les: Voorrang in het verkeer
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Les: Voorrang in het verkeer

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

meer vragen

Slide 22 - Diapositive

De auto wilt wegrijden.
Wie heeft er voorrang?
A
De fietsers hebben voorrang.
B
De auto heeft voorrang.

Slide 23 - Quiz

Wie heeft er voorrang?
A
De auto heeft voorrang.
B
De fietser heeft voorrang.

Slide 24 - Quiz

Wie heeft er voorrang?
A
De auto heeft voorrang.
B
De fietser heeft voorrang.

Slide 25 - Quiz

Wie heeft voorrang?

Slide 26 - Diapositive

Welke auto heeft voorrang?
A
De rode auto A
B
De gele auto B

Slide 27 - Quiz

Wie heeft voorrang?

Slide 28 - Diapositive

Wie heeft voorrang?
A
Het meisje A
B
De auto B

Slide 29 - Quiz

 Wie mag er eerst; A, B, C of D?

Slide 30 - Diapositive

Wie mocht als eerste?
A
De rode auto
B
De fietser
C
De skateboarder
D
De gele auto

Slide 31 - Quiz

0

Slide 32 - Vidéo