B4 T1 HA

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

• Zitten volgens de plattegrond
• Spullen op tafel

       Boek, werkboek, schrift

• Tas van tafel

• Zitten volgens plattegrond
• Spullen op tafel

     Boek, Werkboek, Schrift

• Tas van tafel
• Lees blz. 14 t/m 19

Wat gaan we doen?

• Herhalen
• Bouw van het ademhalingsstelsel
  
• Tijd voor hw
  
• Afsluiten

Dit insect is

1. Warmbloedig
2. Koudbloedig
3. geen van beide
4. onbekend

Sterre gaat verbranding bij ratten onderzoeken. Ze neemt daarvoor 2 ratten die ze elk in een eigen bak houdt.
Rat 1 wordt bij een normale temperatuur van 20 graden gehouden
Rat 2 wordt bij een koude temperatuur van 10 graden gehouden.
Wat zal haar hypothese zijn?

1. De verbranding bij beide ratten is even groot
2. Bij rat 1 is er meer verbranding in het lichaam
3. Bij rat 2 is er meer verbranding in het lichaam
4. Hypothese?

Hoe kan Sterre makkelijk bepalen hoeveel verbranding er is in de ratten van de vorige vraag?

Formule verbranding

In het kort

• ingang neus/mond
• > keelholte > luchtpijp
• > bronchien > longen
• Longblaasjes > O2 opnemen                                            CO2 afgeven
• Lucht gaat terug

Warmbloedig

Koudbloedig

Neusharen

Houden grote stofdeeltjes tegen

Neusslijmvlies

Zuivert lucht van kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers.

Maakt lucht vochtig

Reukzintuig

Controleert de lucht

Bloedvaten

Verwarmen de lucht

De keel

Ademhaling

Huig is open, lucht kan keel in

Strotklep is open, lucht kan luchtpijp in

Slikken

Huig is dicht, eten gaat niet in de neusholte

Strotklep is dicht, eten gaat slokdarm in

Verslikken

Huig of strotklep sluit niet goed, eten gaat neusholte of luchtpijp in

Luchtpijp

• Kraakbeenringen houden hem open
• Binnenkant: slijmvlies en trilharen
• Trilharen brengen rommel naar keel
• Bronchiën vertakken zich verder in elke long

Wand 1 cellaag dik

Zuurstof gaat uit de lucht in het bloed

Het longblaasje

Koolstofdioxide gaat uit het bloed, in de lucht

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 14 t/m 19
• Maken Opdr. 15 t/m 20 blz. 16

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zs = Werken in stilte

• Je hoeft geen vinger op te steken
• Vragen: tijdens Zf
• Je bent stil en stoort niemand
• Je blijft op je plek

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 14 t/m 19
  
• Maken Opdr. 15 t/m 20 blz. 16

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Je hoeft geen vinger op te steken
• Vragen : de docent komt langs
• Je fluistert alleen met de persoon naast je
• Je blijft op je plek

Afsluiting

• Je kunt de verbrandingsformule opschrijven van organismen
• Je kent het verschil tussen warm- en koudbloedige organismen
• Je kunt opsommen hoe elke groep dieren zich heeft aangepast