T4BS3 Voortplantingsstelsel vrouw

 BS 4.3:  Het voortplantingsstelsel van de vrouw
Herhaling de man en de vrouw
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

 BS 4.3:  Het voortplantingsstelsel van de vrouw
Herhaling de man en de vrouw

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rondere lichaamsvorm en borsten
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nummer 6 is de
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 4 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Nummer 11 is de
A
Spermakanaal
B
Urinebuis
C
Urineleider
D
Zaadleider

Slide 5 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Een balzak is een huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. De temperatuur is ....................dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van spermacellen.
A
hoger
B
lager
C
zelfde

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een erectie ontstaat doordat
A
Zaadcellen zich verzamelen in de urinebuis
B
Bloed zich verzamelt in de zwellichamen
C
Zaadcellen zich verzamelen in de zwellichamen
D
Bloed zich verzamelt in de urinebuis

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplantingsstels vrouw

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


nummer 2
is de
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


nummer 3 is de
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Waarin worden de eicellen rijp?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


nummer 5 is de
A
Vagina
B
Eierstok
C
Eileider
D
Urineblaas

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er geen bevruchting is geweest, vindt er dan een innesteling plaats?
A
ja
B
nee
C
soms wel
D
dat kun je niet weten

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


nummer 10 speelt
een rol bij
A
de innesteling
B
de bevruchting
C
het vrijkomen van een eicel
D
de opvang van urine

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het maagdenvlies is een echt vlies en sluit de vagina helemaal af
A
Juist
B
Onjuist
C
niet bij iedereen
D
dat kun je niet weten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er meestal weggehaald bij de besnijdenis van een meisje
A
buitenste schaamlippen
B
binnenste schaamlippen en clitoris
C
aambeien
D
maagdenvlies

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je nog nooit met iemand gevreeën hebt, is je maagdenvlies nog intact (heel)
A
Ja
B
Nee
C
Dan kun je niet weten

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Vagina

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we het samensmelten
van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer spreken we
van het woord bevruchting?
A
Bij een bolletje cellen
B
Bij een eisprong
C
Tijdens een ovulatie
D
Bij het samensmelten van de kernen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Volgorde van de voorzijde naar de achterzijde
bij de vrouw (in de schaamstreek):
A
clitoris, anus, vagina
B
vagina, anus, clitoris
C
clitoris, poepgat, anus
D
clitoris, vagina, anus

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een orgasme kan komen door prikkeling van de eikel of clitoris
A
Juist
B
Onjuist
C
dat kan nooit

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions