Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen vandaag?
Uitleg paragraaf 7.3
Bespreken HW
tijd over leren begrippen
Wat hebben we geleerd
Slide 1 - Diapositive
7.3 Jongeren aan het werk
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
- Je kan de regels benoemen waar je mee te maken krijgt als je gaat werken
- Je kan de rechten en plichten benoemen waar je mee te maken krijgt als je gaat werken
Slide 3 - Diapositive
Ff herhalen...
Voordat we verder gaan, moeten we eerst checken wat we nog van vorige les(sen) weten...
Slide 4 - Diapositive
Wat is de berekening van de toegevoegde waarde?
Slide 5 - Question ouverte
Leg uit wat het verschil is tussen formele en informele productie. Gebruik beide begrippen in je uitleg.
Slide 6 - Question ouverte
Wanneer is een bedrijf kapitaalintensief?
Slide 7 - Question ouverte
Leg uit wat het verschil is tussen een bedrijfskolom en een bedrijfstak. Gebruik beide begrippen in je antwoord.
Slide 8 - Question ouverte
En dan nu verder...
Slide 9 - Diapositive
Rechten en plichten
Een individuele arbeidsovereenkomst:
wordt afgesloten door een werkgever en een werknemer;
gaat over de rechten en plichten van de werknemer en de werkgever (de arbeidsvoorwaarden).
De arbeidsvoorwaarden moeten voldoen aan de wet.
Slide 10 - Diapositive
Rechten en plichten
Twee soorten arbeidsovereenkomsten:
de vaste arbeidsovereenkomst (zonder einddatum);
de tijdelijke arbeidsovereenkomst (met einddatum).
Flexwerkers hebben een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
Slide 11 - Diapositive
Rechten en plichten
Er zijn wettelijke regels over, onder andere:
het loon dat minimaal betaald moet worden (Wet op het minimumloon);
de tijd die maximaal gewerkt mag worden (Arbeidstijdenwet);
de arbeidsomstandigheden (Arbeidsomstandighedenwet);
werken met een tijdelijke arbeidsovereenkomst (Wet werk en zekerheid).
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Rechten en plichten
De arbeidsovereenkomst kan eindigen:
in de proefperiode;
als ouders van kinderen tot 16 jaar binnen vier weken bezwaar maken;
op de afgesproken einddatum (bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst);
na een opzegtermijn (bij een vaste arbeidsovereenkomst).
Slide 14 - Diapositive
Huiswerk
Maken opdrachten hoofdstuk 7 paragraaf 3
Lees de theorie op bladzijde 85
Maak de opdrachten 1a, 2 a en c, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
Slide 15 - Diapositive
opdrachten maken
Slide 16 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
Slide 17 - Diapositive
Welke arbeidsvoorwaarde staat NIET in een arbeidsovereenkomst? Kies het juiste antwoord.
A
Hoe vaak je naar het toilet mag
B
welk werk je gaat doen
C
hoeveel uur je werkt
D
Wat je salaris is per week of per maand
Slide 18 - Quiz
Marieke werkt in haar schoolvakantie bij TechnoGro bv. Ze krijgt een contract voor een maand. De eerste week is proeftijd. Ze praat erover met Mike. Marieke zegt: 'Tijdens de proeftijd mag ik mijn baan met onmiddellijke ingang opzeggen.' Mike zegt: 'Tijdens de proeftijd kan TechnoGro bv je op staande voet ontslaan.'
Wie heeft er gelijk?
A
Marieke
B
Mike
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 19 - Quiz
Heb je nog vragen over de stof? Laat ze hier achter!
Slide 20 - Question ouverte
Aan de slag!
Lees de leertekst van H7.3 nog eens goed door.
Maak van H7.3 de opdrachten 1 t/m 13 (niet af = huiswerk voor de volgende les!)