Weer & klimaat les 5 - luchtdruk en wind

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wat je vandaag gaat leren:

* Wat luchtdruk is

* Wat hoge -en lagedrukgebieden zijn

* Hoe wind ontstaat

Wat weet je al over luchtdruk?

Waar meet je luchtdruk mee?

1. Windmeter
2. Pluviometer
3. Barometer
4. Thermometer

Een pluviometer is een regenmeter

Dit is een barometer: het instrument om luchtdruk mee te meten. Wanneer de barometer verandert, komt er ander weer.

Lucht gaat altijd van...

1. een hogedrukgebied naar een ander hogedrukgebied
2. een lagedrukgebied naar een ander lagedrukgebied
3. een lagedrukgebied naar een hogedrukgebied
4. een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied

Denk aan het filmpje van het proefje met de ballon uit les 1

Hoe denk je dat wind ontstaat?

Wat is waar?

1. Warme lucht stijgt op
2. Koude lucht stijgt op

Wat is waar?

1. Als de lucht opstijgt, wordt de luchtdruk hoger
2. Als de lucht opstijgt, wordt de luchtdruk lager

Wat is wind?

1. De lucht die van een lage- naar een hogedrukgebied stroomt
2. De lucht die van een hoge- naar een lagedrukgebied stroomt

Het weer als de luchtdruk verandert..

Onthouden: Lucht stroomt ALTIJD van H naar L 

                   Dit is => wind

Onthouden: Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder het waait.

Hoe zie je dat op een weerkaart? => isobaren

isobaren

Op de kaart zie je lijnen met de hoogte van de luchtdruk. Een lijn die alle punten met dezelfde luchtdruk met elkaar verbindt noem je een isobaar.

Hoge druk 

Hoge druk = dalende lucht

Symbool op de kaart = H

Getal > 1013 is H

Welk weertype hoort bij H?

- geen bewolking

- warm in de zomer

- koud in de winter

Lage druk

Lage druk = stijgende lucht

Symbool op de kaart = L

Getal < 1013 = L

Welk weertype hoort bij L?

- wolken

- neerslag

- koel in de zomer

- zacht in de winter

Werkbladen maken

Op deze kaart zie je isobaren, kun jij aangeven waar een hoge- en waar aan lagedrukgebied ligt in Europa?

Windrichting: 

Bij L -> wind stroomt er naartoe

Bij H -> wind stroomt er vanaf

Lees de tekst 'De vijf weerelementen'

Maak over de tekst:

* een mindmap

* een samenvatting 

* een schema

* een opsomming

Maak een keuze.