Nederlands indie 3.1

3.1 Handel en kolonialisme
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.1 Handel en kolonialisme

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les kan ik:
  • Uitleggen waarom de Nederlanders naar Indonesië gingen vanaf het einde van de 16e eeuw.
  • Uitleggen hoe Indonesië eruit zag en waarom de Nederlanders hier makkelijk producten vandaan konden halen.
  • Uitleggen wat de VOC was en welke voordelen Nederland hier uithaalde. 

Slide 2 - Diapositive

Op weg naar Oost- Azië 

Slide 3 - Diapositive

Bantam (1596)

Slide 4 - Diapositive

Nederlanders willen handeldrijven
  • Om geld te verdienen
  •  Indonesië heeft viel te bieden; verschillende specerijen.
  •  Cornelis Houtman; Oost- Indië route
  •  Er zijn te veel kleine bedrijfjes
    en dit kost veel winst.

    De Nederlandse overheid gaat ingrijpen!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De VOC (1602)
  • Nederlandse compagnieën gaan samenwerken
  • Sterker en meer winst te behalen.
  • Monopolie
  • Jan Pieterszoon Coen (Jakarta)
  • Factorijen

Slide 7 - Diapositive

Factorijen (handelsposten)
  • In overleg met inheemse vorsten werden er handelsposten gesticht. 
  • Niet altijd in goed overleg..  

Slide 8 - Diapositive

Indonesië kolonie van Nederland
Na het faillissement van de V.O.C(1799)  werden deze gebieden van de Nederlandse staat.
.
Dit noemen we sinds deze periode kolonies. Dit is overzees gebied wat door Nederland wordt bestuurd.

Slide 9 - Diapositive

Om 

De kolonie winstgevend te maken werd een plan bedacht!

Slide 10 - Diapositive

Het Cultuurstelsel!

Slide 11 - Diapositive

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden.

  • Nederland kreeg nog steeds de producten die ze wilde hebben.

  • Met dat geld kan Nederland een modern land worden.

    Slide 12 - Diapositive

    Hoe werkt het cultuurstelsel? 

    • Boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, thee en indigo 

    • Boeren krijgen hiervoor plantloon

    Slide 13 - Diapositive

    Slide 14 - Diapositive

    Hoe werkt het cultuurstelsel? 

    • De boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen

    • De vorsten (Regenten) krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.

    Slide 15 - Diapositive

    Bestuur Nederlands-Indië
    • Er werd een indirect bestuur ingevoerd.
    • Inheemse vorsten en hun helpers mochten meebesturen

    maar....
    kregen opdrachten van de Nederlandse gouverneurs. 

    Slide 16 - Diapositive

    Gevolgen voor Nederland
    • Indië is binnen paar jaar weer winstgevend voor Nederland.

    • Infrastructuur (wegen, kanalen en spoorwegen)

    Slide 17 - Diapositive

    Positieve gevolgen Nederlands-Indië. 

    • Verbetering van de infrastructuur op het eiland

    • Ontstaan van een geldeconomie

    Slide 18 - Diapositive

    Negatieve gevolgen voor cultuurstelsel
    • Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt
    • Meer dan 20% afstaan + belasting (corruptie regenten)
    • Door cultuurproducten minder rijst:

      gevolg:
    • Hongersnoden                             
    • 66 dagen per jaar werken voor het Nederlands bestuur: GRATIS!


    Slide 19 - Diapositive

     



    Na alle kritiek 

    werd het cultuurstelsel afgeschaft en kregen ondernemers het voor het zeggen. 

    Slide 20 - Diapositive

    Het cultuurstelsel leidde voor de eenvoudige boeren tot...
    A
    Meer geld.
    B
    Hongersnood.
    C
    Meer producten.
    D
    Minder werk.

    Slide 21 - Quiz

    Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?

    Omdat de boeren
    A
    Minder geld gingen verdienen.
    B
    Steeds minder zin kregen om te werken.
    C
    Veel producten voor de export moesten leveren
    D
    In hongerstaking gingen.

    Slide 22 - Quiz

    Ethische politiek
    Roep om situatie in Indonesië te verbeteren groeit vanuit binnen en buitenland.
    • Landbouwgrond verbeterd door irrigatie      meer rijstproductie       minder hongersnood.
    • Medische hulp: ziekenhuizen/inentingen.
    • Onderwijs: na 1920 scholen      steeds meer mensen leren lezen        doel: land zelf besturen.

    Slide 23 - Diapositive

    Gevolgen beter onderwijs
    • Kinderen leren lezen en schrijven
    • Sommige vertrekken naar Nederland om te studeren
    • leren: vrijheid en democratie

    Doel: land zelf besturen: stap 1: volksraad (1918)

    Slide 24 - Diapositive