A1C Leesvaardigheid H3 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Planning deze week:

Hoofdstuk 3 leesvaardigheid blz. 72 t/m 77

Lesdoel

Ik kan/weet:

• de leesstrategie 'precies lezen' gebruiken.
• de hoofdgedachte van een tekst bepalen.
• de inleiding en het slot van een tekst herkennen.

Afgelopen lessen + theorie H3 lezen

Schrijf op in je schrift:

1. Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

2. Hoe bepaal je een deelonderwerp van een alinea? (Of hoe bepaal je een tussenkopje?) Wat doe je dan?

3. Waarom heeft elke tekst een inleiding? Wat staat daarin?

4. Waar kan je vaak de hoofdgedachte vinden?

Vergelijk jouw antwoorden met die van je buurvrouw/-man. Welke zijn anders en waarom? Deze laatste vragen bespreken we klassikaal.

Een tekst bestaat vaak uit drie delen

Inleiding - middenstuk - slot.

In het middenstuk staat de meeste informatie (kern).

Inleiding

• Hierin wordt het onderwerp van een tekst geïntroduceerd.
• Je vindt hier vaak een voorbeeld of een grappig verhaaltje (anekdote).
• De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt naar de rest van de tekst.
• De inleiding kan uit meerdere (eerste) alinea's bestaan!

Slot

• Het laatste deel van een tekst.
• Je vindt hier een conclusie of samenvatting.
• Er kan naar de toekomst gekeken worden.
• Er kan aangehaakt worden bij de inleiding.
• Let op: in een nieuwsbericht ontbreekt vaak het slot.
  

Hoofdgedachte

• De inhoud van de tekst samengevat in één volledige zin. 
• De zin geeft antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Hoe vind je de hoofdgedachte?

• Staat meestal in de inleiding of het slot.
  
• Soms vind je de hoofdgedachte letterlijk in de tekst en soms moet je deze zelf formuleren.
  
• Je vindt de hoofdgedachte door de tekst precies te lezen.

Voorbeeld 

Het zal geen verrassing zijn: kruidnoten, in de volksmond ook wel pepernoten genoemd, zijn dit jaar flink duurder. Een zak huismerknootjes van 200 gram is ruim 30 procent duurder geworden. Dat zegt directeur Oscar de Lange van marktleider Van Delft in gesprek met NU.nl.

Bron: www.nu.nl

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? Schrijf op in je schrift.

Wat weet je van ...?

• WK Voetbal in Qatar
• mensenrechtenschendingen

Wat gaan we nu doen?

We maken in duo's opdracht 1 van 'Tekst in delen'. 

Als je eerder klaar bent, begin je aan het huiswerk van deze week. H3 lezen, opdr. 2 t/m 4.

Na 10 minuten maken we groepjes van 4 en vergelijken we elkaars antwoorden.

Antwoorden vergelijken

1. Welke antwoorden van jullie zijn hetzelfde? 
2. Welke antwoorden van jullie zijn anders?
3. Zijn er antwoorden anders; hoe zijn jullie bij dit antwoord gekomen? 
4. Welke vragen willen jullie klassikaal bespreken of welke antwoorden willen jullie graag delen met de klas?

Huiswerk

Vrijdag 11-11:

Leesvaardigheid H3 blz. 72 t/m 77 

Opdracht 2 t/m 4

Evaluatie

Wat was het doel van deze les?

Wat vind je meestal niet in een inleiding?

1. Het onderwerp van de tekst
2. Een anekdote (grappig verhaaltje)
3. Een bijzondere situatie
4. Een conclusie

Wat vind je in het slot?

Een conclusie, samenvatting, aanhaken bij de inleiding, kijken naar de toekomst.

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

1. Een paar gedachten over het onderwerp.
2. Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat.
3. Iets wat in het hoofdgedeelte van een tekst staat.

Waar vind je de hoofdgedachte van de tekst?

1. In de inleiding
2. In het slot
3. In de kern
4. In de inleiding en/of het slot

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Het was een mooie vakantie. Met de auto zijn we naar een huisje in Spanje gereden. Dit huisje had een zwembad en stond tegenover het strand. We zaten dicht bij een stad en het was heel warm en zonnig weer. We hebben ook veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk.

Het was een leuke vakantie.

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?

😒🙁😐🙂😃

Wat hebben we deze les gedaan?

Wat heb je vandaag geleerd?

Ik kan de hoofdgedachte van een tekst bepalen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

010

Ik kan de inleiding en het slot van een tekst herkennen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

010