Les 3: fysiek spel

• Drama
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3,4

Les 3: transformatie personage

Focus: fysiek spel

Vandaag

• Spelregels
• Drama oefeningen
• Oefenen met fysiek spel: personage vanuit foto

Regels drama

• Je komt op tijd. Als je binnen komt zet je, je tas + telefoon weg en ga je zitten.
  
• Je hebt makkelijk zittende kleding aan.
  
• Kauwgom is verboden. Niet eten en drinken in de klas.
  
• De presentatie is net als in de schouwburg. Voordat je begint met spelen, wacht je tot het stil is en tot de docent je een teken geeft. Pas als de ‘voorstelling’ voorbij is mag het publiek zeggen wat het er van vindt.
  
•  Het is streng verboden elkaar te beschadigen of om spullen van een ander te beschadigen. Ook mag je elkaar nooit of te never uitlachen of door elkaar heen praten. Je hebt RESPECT voor elkaar!
  
• Als de docent praat, ben jij stil. Je steekt je vinger op.
  
• De docent maakt de groepjes.
  

Ik verwacht van jou

• Respect voor mij en medeleerlingen
• Focus in de les
• Zelfstandig kunnen werken.
  
•  Kunnen meedenken en mee verzinnen
  
• Lef ontwikkelen.
  
• Geen rommel laat slingeren en alles netjes opruimen.
  
• Je werkboek/portfoliomap bijhouden op Teams
• Bij ziekte, zelf navragen naar het huiswerk, gemiste stof en uitgedeelde kopieën. En kijk goed op Teams

Deze periode ga je aan de slag met fysiek spel en improviseer je vanuit verschillende thema’s. 

In de les doe je hiervoor improvisatieoefeningen en maak je samen met je medeleerlingen korte scenes.

Aan het einde van de periode kun je:

• Actief meedoen aan een warming-up
  
• Een personage vormgeven in fysiek spel
  
• Vanuit een personage vragen vanuit het publiek beantwoorden
  
• Een scene bedenken en spelen vanuit een gegeven wie, wat, waar situatie en een zelfbedacht conflict
  
• Bewegingen vanuit een thema bedenken en deze bewegingen presenteren op muziek
  
• Reflecteren op je eigen leerproces van periode 1
  

Warming up

Warming-Up: 

Familie foto's

> We gaan tableaus maken van ‘typische families’.

> Laat je verbeelding spreken: hoe denk jij dat deze familie eruit ziet? Laat het zien! 

> Groepjes van 4/5. Verdeeld in de ruimte.

Warming-Up: 

Familie foto's

> We gaan tableaus maken van ‘typische families’.

> Laat je verbeelding spreken: hoe denk jij dat deze familie eruit ziet? Laat het zien!

> Groepjes van 4/5. Verdeeld in de ruimte.

Familie van: 

• Rokers.
• Profvoetballers.
• Konijnen.
• Roofdieren.
• Planten.
• Bestek.

Opdracht 1: personages

• Elke leerling kiest een foto uit.
  
• Deze foto is de inspiratie voor het type dat je zal gaan spelen
• Er wordt een rolopbouw gedaan: hoe loop je, hoe loop je als je haast hebt, hoe begroet je, waar ga je naar toe, hoe voel je je enz.? Schrijf dit op.
• Tot slot lopen alle types op verschillende manieren met bijpassende muziek over de diagonaal. 

Voorbeelden zijn: haastig, verliefd of zenuwachtig. Ook kunnen er ontmoetingen plaats vinden door twee types uit elk een andere hoek te laten komen.

Opdracht 1: personages

• Elke leerling kiest een foto uit.
  
• Deze foto is de inspiratie voor het type dat je zal gaan spelen
• Er wordt een rolopbouw gedaan: hoe loop je, hoe loop je als je haast hebt, hoe begroet je, waar ga je naar toe, hoe voel je je enz.? Schrijf dit kort op.

• Tot slot lopen alle types op verschillende manieren met bijpassende muziek over de diagonaal. 

Voorbeelden zijn: haastig,verliefd of zenuwachtig. Ook kunnen er ontmoetingen plaats vinden door twee types uit elk een andere hoek te laten komen.

Opdracht 2: interview personages

• Kies een foto uit en geef dat personage vorm: wie is dat, hoe beweegt hij/zij, wat doet hij/zij, hoe praat hij/zij… 
• Je oefent even voor jezelf met houdingen en stem. Dan kom je vanachter uit de zaal oplopen als je personage en presenteer je ‘jezelf’ aan het publiek. (Het publiek mag vragen stellen, die jij beantwoordt als je personage.)
  
• Blijf in focus!

Vragenvoorbeelden voor het Interview adhv SPELGEGEVENS:

Wie:

"Kun je jezelf even voorstellen? Wat is je naam en wat doe je?"

"Heb je een familie of vrienden? Kun je iets over hen vertellen?"

"Met wie heb je op dit moment veel te maken en hoe is jullie relatie?"

Wat:

"Je zit nu midden in een situatie. Wat is er aan de hand?"

"Wat hoop je te bereiken of wat wil je graag veranderen in jouw leven?"

"Wat is jouw grootste uitdaging op dit moment?"

Waar:

"Waar bevind je je nu? Beschrijf de omgeving waar je bent."

"Is deze plek belangrijk voor jou? Wat betekent het voor je?"

Wanneer:

"In welke tijd leven we nu? Kun je ons daar iets over vertellen?"

"Is er iets speciaals aan deze periode, of is het gewoon een gewone dag voor jou?"

Waarom:

"Waarom doe je wat je doet? Wat motiveert je?"

"Waar ben je bang voor, of wat is je grootste zorg?"

Opdracht 3: standbeelden personages

• Ga verder met gekozen personages
• Je werkt in tweetallen
• Wat? Neem de gekozen foto en bedenk vanuit hier het personage + situatie verder uit

Hoe?

• Standbeeld 1: hoogtepunt van de scene
• Standbeeld 2: einde van de situatie
• Standbeeld 3: het begin / voorgeschiedenis van de situatie
• Speel de standbeelden na elkaar op zelfgekozen muziek
• Maak hier foto's van > stuur deze op naar docent
  

Reflectie

Top/tip