Chpt 2 - het bijvoeglijk naamwoord (bron D) - herhaling

Aujourd'hui, on répète la grammaire sur l'adjectif (het bijvoeglijk naamwoord)


Prêts? Trois, deux, un....
On y va!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui, on répète la grammaire sur l'adjectif (het bijvoeglijk naamwoord)


Prêts? Trois, deux, un....
On y va!

Slide 1 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Frans altijd vóór het zelfstandig naamwoord.
A
ja, altijd.
B
nee, nooit.
C
dat hangt van het bijv. nw. af
D
dat hangt van het zelfst.nwd. af

Slide 2 - Quiz

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord er meestal achter.

Maar:
Rangtelwoorden staan vóór het zelfstandig naamwoord.
Ook de volgende bijvoeglijke naamwoorden staan altijd vóór het zelfstandig naamwoord.
vieux/vieille, bon, beau, nouveau, grand, petit,  
jeune, joli, gros(se), mauvais, long(ue), haut
voor nu onthoud alleen deze 6 bijv. naamwoorden

Slide 3 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans dat bij een mannelijk zelfstandig naamwoord in het meervoud hoort krijgt een extra ?
A
e
B
s
C
-
D
es

Slide 4 - Quiz



Let op! 

De volgende bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vrouwelijk vorm.
  • bon ->bonne goed / lekker
mignon -> mignonne  schattig
  • actif -> active     actief
sportif -> sportive   sportief
  • blanc -> blanche   wit
franc -> franche    eerlijk/oprecht
  • beau -> belle mooi      
nouveau -> nouvelle  nieuw        
  • vieux -> vieille  oud

Slide 5 - Diapositive

Vul de correcte vorm in van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes.

(intéressant) Les livres (m) _______________ .

Slide 6 - Question ouverte

Vul de correcte vorm in van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes

(rose) Un papillon (m) ______________ .

Slide 7 - Question ouverte

Vul de correcte vorm in van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes.

(vert) La robe de Tania est _______________ .


Slide 8 - Question ouverte

Vul de correcte vorm in van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes.

(sportif) Les filles dans ma classe sont _______________ .

Slide 9 - Question ouverte

Houd de theorie van bron D bij de hand indien nodig (digitaal of in jouw werkboek)

Slide 10 - Diapositive

1. Eminem est un .................. rappeur .................... . (goed)
2. Rihanna est une ....................... chanteuse ................ . (goed)
3. Ce sont des ..................... chats ...................... (grijs)
4. J'ai les ..................... yeux .................. (blauw)
5. Tu as des ..................... résultats (m) ..................... (goed)
Sleep de juiste vorm van het bijv. nw naar de juiste plek.
Wat overblijft gooi je weg in de prullenbak.





bon
bons
bonne
bonnes
gris
noir
grises
noire
bleu
bleue
bleus
noirs

Slide 11 - Question de remorquage

6. C'est une ...................... dame ................... (oud)
7. La ............... maison .................. est à vendre. (nieuw)
8. Mon grand-père est ....................... (oud).
9. Les .............. garçons .............. sont aussi intelligents. (mooi)
10. Tu aimes ma ................. robe ................. (mooi)
11. Ce sont des ................... filles ................. (actief)
Sleep de juiste vorm van het bijv. nw naar de juiste plek.
Wat overblijft gooi je weg in de prullenbak.
vieux
vieille
nouvelles
beau
beaux
belle
belles
actif
actifs
active
actives
bon
bons
nouvelle

Slide 12 - Question de remorquage

Zet het bijvoeglijk naamwoord dat tussen haakjes staat in de juiste vorm en in de juiste plaats in de zin (Let op bij de hoofdletter en punt).

(grand) Il porte un ________________ T-shirt (m) _______________ .

Slide 13 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord dat tussen haakjes staat in de juiste vorm en in de juiste plaats in de zin (Let op bij de hoofdletter en punt).

(bon) La ________ note ___________ .

Slide 14 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord dat tussen haakjes staat in de juiste vorm en in de juiste plaats in de zin (Let op bij de hoofdletter en punt).

(beau) Elle a des______________ chaussures (v) _____________ .


Slide 15 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord dat tussen haakjes staat in de juiste vorm en in de juiste plaats in de zin (Let op bij de hoofdletter en punt).

(préféré) MC Solar est mon_________________ chanteur ______________ .

Slide 16 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord dat tussen haakjes staat in de juiste vorm en in de juiste plaats in de zin (Let op bij de hoofdletter en punt).

(beau) Il chante une ________________ chanson __________________ .

Slide 17 - Question ouverte

"Ik begrijp het bijvoeglijk naamwoord in het Frans."
helemaal niet waar - redelijk wel - helemaal waar?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Kies een activiteit afhankelijk van hoe goed je dat begrijpt.
A
Ik snap de basisregel, maar moet de uitzonderingen nog even leren.
B
ik moet nog oefenen met toepassen op Slim Stampen.
C
Ik wil graag nog een videouitleg bekijken. (volgende dia)

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo