1AHA+1HA - ontkenning - chapitre 2 - les 15

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Aujourd'hui

• Start in Teams
• Grammatica - de ontkenning

Lundi 

25

Janvier

Doelen: Aan het einde van deze les kun je een zin ontkennend maken in het Frans.

Instructie

Vandaag gaan we leren hoe we een zin ontkennend kunnen maken in het Frans. Je krijgt een korte uitleg, bekijkt een filmpje, oefent in LessonUp en daarna ga je aan de slag in je boek!

De ontkenning in het Frans

NIET = NE...PAS

Ik praat = je parle

Ik praat niet = je ne parle pas

je = onderwerp            ne ... pas = niet              parle = persoonsvorm

De ontkenning in het Frans

NIET = N' ... PAS

Jij koopt =tu achetes

Jij koopt niet = tu n' achetes pas

tu = onderwerp            n' ... pas = niet              

achetes = persoonsvorm (MAAR BEGINT MET EEN KLINKER!)

In welke zin staat een ontkenning?

1. Nous n'avons pas un chien
2. Nous avons un chien

In welke zin staat een ontkenning?

1. Il regarde la télé
2. Il ne regarde pas la télé

Welke zin is op de juiste manier ontkennend gemaakt?

1. Nous avons ne pas de maison.
2. Nous ne avons pas de maison
3. Nous n'avons pas de maison

Welke zin is op de juiste manier ontkennend gemaakt?

1. Elles ne parlent pas l'Espagnol.
2. Elles parlent ne pas l'Espagnol.
3. Elles ne parlent l'Espagnol pas.

Welke zin is op de juiste manier ontkennend gemaakt?

1. Marie ne pas travaille beaucoup.
2. Marie n'travaille pas beaucoup.
3. Marie ne travaille pas beaucoup.

Filmpje 

Bekijk nu het filmpje.

Begrijp je de ontkenning? Dan ga je daarna aan de slag in je boek.

Heb je nog vragen? Stel ze!

Opdrachten maken in je WB

Geen vragen meer? Ga aan de slag met je opdrachten in je WB.

Maak: opdracht 31c + 32a op blz. 70 van je wb

Klaar? Laat je opdrachten zien!

Huiswerk volgende les

Leer de ontkenning (bron H op blz. 34 tb)

Maak opdracht 31c + 32a op blz. 70 van je wb

Tes soeurs sont à la maison?

J'habite dans le 19e arrondissement.

Vous êtes sérieux.

Maak de zin ontkennend:
Je regarde la télé.

Maak de zin ontkennend: Nous avons deux chiens.

Maak de zin ontkennend:
J'oublie les livres.

Maak ontkennend:
Nous sommes en sixième.

Maak ontkennend:
Il a un frère.