QUIZ Fiscaal

Quiz Fiscaal
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Quiz Fiscaal

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De fiscale bewaarplicht van de bedrijfsadministratie is:
A
3 jaar
B
5 jaar
C
7 jaar
D
10 jaar

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ondernemingsvorm start je vaak met zijn 2en of meer en heeft voor starters veel fiscale voordelen?
A
Eenmanszaak
B
V.O.F
C
B.V
D
N.V

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke post op de bedrijfseconomische jaarrekening wordt anders gewaardeerd op
de fiscale jaarrekening?
A
Af te dragen btw
B
Eigen vermogen
C
Geld onderweg

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeder en zoon kunnen elkaars fiscaal partner zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een Nederlander om fiscale redenen in Monaco gaat wonen is er sprake van
A
A. ontduiken van belastingen
B
B. ontgaan van belastingen
C
C. vermijden of ontwijken van belastingen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zijn fiscaal partners?
A
Gehuwden
B
Samenwonende (onder voorwaarden)
C
Geregistreerde partners
D
Alle antwoorden

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Piet en Els wonen samen. Zijn ze fiscaal partner?
A
Misschien
B
Ja
C
Nee

Slide 8 - Quiz

Misschien wel. Dit is niet genoeg om dat vast te stellen.
Als je samen een eigen woning hebt ben je automatisch elkaars fiscaal partner
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Te betalen btw is de btw die......
A
je voor de inkoop van grondstoffen hebt betaald.
B
je verminderd met het totaal aan te vorderen btw.
C
je als ondernemer moet betalen over de omzet van je bedrijf.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Te betalen btw is de btw die......
A
je als bedrijf voor de inkoop hebt betaald en nu moet betalen aan de fiscus.
B
Wat je als bedrijf terug krijgt van de fiscus
C
je als bedrijf hebt ontvangen en nu moet betalen aan de fiscus.
D
Wat je als consument aan de fiscus moet betalen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...
A
belasting over de toenemende waarde
B
belasting tegen waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting over de toegevoegde waarde

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is een pensioenpremie fiscaal aftrekbaar?
A
Ja, volledig. Er is geen maximum.
B
Ja, maar tot een bepaald maximum loon.
C
Nee, er is geen fiscale aftrek.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions