2.2 Cellen

Planning voor vandaag
1. herhaling vorige les
2. nieuwe uitleg
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Planning voor vandaag
1. herhaling vorige les
2. nieuwe uitleg

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling vorige les
1. wat is het verschil tussen kruidachtige en houtachtige planten?

2. wat is de functie van een stengel?
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
1. weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en functie
2. plek onder de schors van een boom die nieuwe cellen maakt.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten bespreken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
  •  Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies
  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies




Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Dit is een aantekening

Slide 6 - Diapositive

Het lichaam van de mens bestaat uit 30 biljoen cellen
Opdracht
Schrijf achter de volgende begrippen de taak: celmembraan - cytoplasma - celkern - vacuole - bladgroenkorrels - celwand
tip: gebruik je boek (2.3) vanaf blz. 107
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dierlijke cellen
antwoorden
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving

  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven

  • Celkern: organel, regelcentrum van cel. Hier omheen ligt het kernmembraan. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)

  • Bladgroenkorrels, voor fotosynthese

  • Celwand: stevig laagje om cel heen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plastiden
Plastide  = korrel
  • Bladgroenkorrels
  • Kleurstofkorrels
  • Zetmeelkorrels


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
1. Wat is het verschil tussen een dierlijke en een plantaardige cel?
2. Teken een plantaardige cel en een dierlijke cel in je schrift (geef ook de onderdelen aan)
timer
1:00
tip: gebruik je boek

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cellen van planten en dieren

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de vier is de dierlijke cel?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het vlies om een (dierlijke) cel heen?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celorganel

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De drie typen plastiden zijn:
A
bladgroen-, zetmeel- en waterpestkorrels
B
zetmeel-, waterpest- en kleurstofkorrels
C
kleurstof-, paprika- en zetmeelkorrels
D
kleurstof-, bladgroen- en zetmeelkorrels

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke plastiden zitten er in het vlies van een rode ui?
A
Bladgroenkorrels
B
Zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels
D
Geen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze plastiden maken zuurstof:
A
zetmeelkorrels
B
bladgroenkorrels
C
huidmondjes
D
kleurstofkorrels

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bladgroenkorrels zijn een voorbeeld van plastiden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur.
Een type plastide verandert in een andere type plastide.

Welk type plastide veranderde in welk andere?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk type plastide komt veel voor in de cellen van een aardappel?
A
kleurstofkorrels
B
bladgroenkorrels
C
zetmeelkorrels
D
geen enkele

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
A
nee
B
ja, één soort plastiden
C
ja, twee soorten plastiden
D
ja, drie soorten plastiden

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Cellen van planten en dieren

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions