4.1 De stad van de toekomst

Paragraaf 4.1 De stad van de toekomst

Hoofdstuk 3
Domein Leefomgeving
4H
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Paragraaf 4.1 De stad van de toekomst

Hoofdstuk 3
Domein Leefomgeving
4H

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verstedelijking
  • In Nederland woont 74% van de mensen in de stad... maar dat was niet altijd zo. Rond 1900 was dit nog rond de 10-15%.
  • Verstedelijking = Stijging van het percentage mensen dat in een stad woont. Heet ook urbanisatie.
  • De stad is dus flink gegroeid de afgelopen 100 jaar

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzorginsgebied
Verzorgingsgebied = het gebied van waaruit mensen gebruik maken van een stad 

Algemene regel: hoe groter de stad, hoe hoger het voorzieningsniveau                   

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzieningen
Bedrijven en voorzieningen worden in 
de wijde omtrek van steden gebruik van 
gemaakt -> Grootstedelijke functies

Slide 5 - Diapositive

Van deze bedrijvigheid en voorzieningen wordt in de wijde omtrek van steden gebruik gemaakt. Je noemt dit ook wel:
grootstedelijke functies

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Steden in Nederland
Nederland heeft geen grote steden; alleen
1. Amsterdam
2. Rotterdam
3. Den Haag
4. Utrecht
5. (Arnhem ;-)

  • Hoe groter de stad, hoe hoger het voorzieningsniveau
  • Hoger voorzieningsniveau zorgt voor een hoger verzorgingsgebied

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urbanisatie
Wat maakt een stad aantrekkelijk?

hoogwaardige voorziening(sniveau) op korte afstand

Slide 9 - Diapositive

Dankzij de hoge bevolkingsdichtheid is het voorzieningsniveau hoogwaardig en dat ook nog op korte afstand. Voorbeelden zijn:
sport, horeca, cultuur, gezondheidszorg, scholen, werk en winkels

Van onpopulaire naar krimpregio
In een aantal gebieden in Nederland neemt de bevolking ook in de komende jaren af. Je zegt: er is bevolkingskrimp. Deze gebieden heten krimpgebieden of krimpregio’s.

Een belangrijke reden van bevolkingsafname is het vertrek van jongeren. Zij migreren naar de stad om er te studeren, om er te werken of voor de voorzieningen, hierdoor vergrijzen gebieden.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4.1 Stad van de toekomst
- Krimp en groei (vorige les)



- Duurzame stad (deze les)
- Smart cities (deze les)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
* Je kent manieren waarop krimpende én groeiende steden in de toekomst duurzaam en smart zullen zijn.

* Je begrijpt waarom sommige steden groeien en anderen juist krimpen.

* Je begrijpt waarom steden in de toekomst duurzamer en slimmer zullen worden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§3.2: Stad van de toekomst
Sommige steden krijgen te maken met bevolkingskrimp.

Waarom moeten krimpende steden blijven ontwikkelen?

  • Vergrijzing, ontgroening
  • leegstand
  • Dalende vraag naar voorzieningen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn steden aantrekkelijk voor de meeste mensen en bedrijven? 

- Hoge bevolkingsdichtheid → dichtbij afzetmarkt → dichtbij arbeidsmarkt.
- Veel voorzieningen → aanwezigheid infrastructuur → aanwezigheid andere bedrijven → agglomeratievoordelen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Smart cities

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe 'smart' zijn smart cities?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Smart cities
Open data en big data


Voordelen
Nadelen/risico's
- burgers kunnen meepraten
- algoritmes helpen voorspellen
- hackers
- privacy
- discriminatie

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Smart cities

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De stad heeft: 
Afzetmarkt-->  klanten: consumenten of bedrijven.

Arbeidsmarkt --> mensen die willen werken.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij een creatieve stad?

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions



Welke ontwikkeling was er vóór 1990?

A
Stad liep leeg, suburbanisatie en bedrijven trokken weg
B
Stad groeide, re-urbanisatie en veel bedrijven in de stad
C
Gezinnen trokken weg uit de stad
D
Stad groeide en verpauperde

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ontwikkeling kwam er na 1990 en hoe kwam dit?
A
Mensen trekken uit de stad vanwege verpaupering
B
Fabrieken komen in de stad.
C
Er is veel arbeid, machines en grondstoffen nodig
D
Creatieve bedrijven trekken naar de stad, door kenniseconomie.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verstaat men onder de kenniseconomie?
A
arbeid en kapitaal gericht op productie
B
arbeid en natuur gericht op productie
C
arbeid en kapitaal gericht op techniek
D
kapitaal en natuur gericht op techniek

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke twee soorten kennis zijn er bij kenniseconomie?
A
technologische en industriele kennis
B
informele kennis en landbouw kennis
C
economische kennis en sociale kennis
D
sociale kennis en technologische kennis

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke twee redenen hebben gemeente om nieuwe bedrijven aan te trekken?
A
Belastingen + werkeloosheid
B
Werkgelegenheid en meer woningen nodig
C
Geld en meer woningen
D
Belastingen + werkgelegenheid

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een duale arbeidsmarkt
A
De ene keer is er wel werk en de andere keer niet.
B
Het verschil in werk en inkomen is groot
C
Er is alleen maar plek voor laagopgeleide mensen
D
Er is veel sociale ongelijkheid

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions