SYL-NASK-Verbranding/Energie

Je zet de brander even opzij. Welke kleur moet de vlam dan hebben?
A
wit
B
geel
C
blauw
D
oranje
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Je zet de brander even opzij. Welke kleur moet de vlam dan hebben?
A
wit
B
geel
C
blauw
D
oranje

Slide 1 - Quiz

Wat betekent deze
gevarensymbool?
A
irriterend
B
giftig
C
bijtend
D
milieu onvriendelijk

Slide 2 - Quiz

Wat is de functie
van luchtring?
A
hitte van de vlam regelen
B
hoogte van de vlam regelen

Slide 3 - Quiz

Wanneer gebruik je
een blauwe vlam?
A
voordat je de brander uitgaat maken
B
als je de brander even niet gebruikt
C
als je iets snel wilt verwarmen
D
als je iets rustig wilt verwarmen

Slide 4 - Quiz

Wanneer is er sprake van
een versterkt broeikaseffect?
A
Boodschappen doen op de fiets.
B
Elke vakantie met het vliegtuig naar Spanje.
C
De was in de zon drogen.
D
Met de hele familie wandelen in het bos.

Slide 5 - Quiz

Met welke letter
is de gasregelschroef
aangegeven?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 6 - Quiz

Je bent op een feestje en wilt je cola zo koud mogelijk houden.
Waar zet je hem neer?
A
Zo hoog mogelijk boven de verwarming
B
Op de grond zo ver mogelijk van de verwarming vandaan
C
Op de grond naast de verwarming
D
Zo hoog en zo ver mogelijk van de verwarming vandaan

Slide 7 - Quiz

Op welke manier kan warmte zich verplaatsen zonder tussenstof?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 8 - Quiz

Door koolstofdioxide in de lucht is er het broeikaseffect.
Wat is het broeikaseffect?
A
Het afgeven van warmtestraling vanaf de zon naar de aarde.
B
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de ruimte naar de aarde.
C
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de aarde naar de ruimte.

Slide 9 - Quiz

Met welke letter
is de luchtring
aangegeven?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 10 - Quiz

Als je een brandende kaars uitblaast.
Op welke manier stop je de brand?
A
brandstof wegnemen
B
temperatuur verlagen
C
zuurstof wegnemen

Slide 11 - Quiz

In sommige huizen hebben de ramen enkelglas. Enkelglas isoleert slecht.
Deze ramen beslaan in de winter snel. Hoe kan dit?
A
De warme binnen lucht koelt af tegen het koude raam
B
De koude binnen lucht koelt af tegen het warme raam

Slide 12 - Quiz

Wat betekent deze
gevarensymbool?
A
irriterend
B
giftig
C
bijtend
D
ontvlambaar

Slide 13 - Quiz

Niet alle stoffen houden warmte goed vast.
Welke voorwerp isoleert niet goed.

A
houten deurkozijnen
B
metalen raamkozijnen
C
piepschuim
D
wollen trui

Slide 14 - Quiz

Warmtebronnen
nemen warmte.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Bij verbranding met
genoeg zuurstof onstaat...
A
zuurstof
B
stikstof
C
koolstofmono-oxide
D
koolstofdioxide

Slide 16 - Quiz

Warmte verplaatst zich altijd van een plek met lage temperatuur naar een plek met hoge temperatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Welke vlam
herken je
hiernaast?
A
blauwe vlam
B
ruisende vlam
C
pauze vlam
D
oranje vlam

Slide 18 - Quiz

Warmteverlies door straling kun je tegengaan door de straling terug te kaatsen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Een voorwerp tussen
een warme en een koude ruimte
heet ook wel een ....
A
warmtebrug
B
koudebrug

Slide 20 - Quiz