Donderdag 23 mei Komma gebruik

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Doel van de les:

KOMMA

Je leert de komma goed te gebruiken

Komma

Voor 'en' en 'of' zet je meestal geen komma.

Ik hou van pasta, rijst en aardappelen.

Wil je thee of koffie?

Komma's

• gebruik een komma na een aanspreking
• gebruik een komma bij een bijstelling
• gebruik een komma bij voegwoorden

Komma

Voor een tussenwerpsel ( een woord of zinsdeel dat geen echte

betekenis heeft) zet je een komma

Oeps, ik laat mijn patat vallen

Bah, weer bloemkool

Komma's!

Plaats een komma:

voor een voegwoord

tussen twee pv's

Omdat het regent, blijf ik thuis.

Ik blijf thuis, omdat het regent.

Voor want en omdat zet je een komma.

1. waar
2. niet waar

Een komma gebruik je:

1. bij een opsomming
2. tussen twee bijvoeglijk naamwoorden
3. tussen 2 persoonsvormen in een samengestelde zin
4. Allemaal

Ik gebruik een komma...

1. voor het woordje nadat
2. voor een opsomming
3. achter een citaat
4. voor een uitroep

Een komma gebruik je....

1. Na een voegwoord
2. Voor een voegwoord

Je schrijft een komma:

1. als je een pauze hoort en tussen twee persoonsvormen
2. tussen bijvoeglijke naamwoorden
3. bij een opsomming en voor- en nadat je iemand aanspreekt
4. Je schrijft een komma bij zowel antwoord A, als B en C.

Na de verbindingswoorden doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodra en dat gebruik je altijd een  .....

Je verwijst altijd met .......................  naar de-woorden

De discotheek heeft ervoor gezorgd dat al ..........  sponsors worden uitgenodigd voor een danceparty. 

Als dit theater geen subsidie krijgt, zal ....... zeker gesloten worden.

komma

deze en die 

haar

het

Wanneer gebruik je een komma?

Voor een verbindingswoord

Na een verbindingswoord

Tussen twee persoonsvormen

Bij 'en' en 'of'

Niet waar

Waar

Een zin eindigt altijd met een punt.

Tussen twee persoonsvormen zet je een komma.. 

Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.

Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.

Aanhalingstekens gebruik je als je een stukje tekst letterlijk overneemt.

Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.

Leestekens maken het lezen makkelijker.

Tekst

puntkomma

dubbele punt

persoonsvormen

komma

punt

Als twee zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen, kun je een   ? gebruiken, maar een punt mag ook. 

Als twee zelfstandige zinnen samenhangen, vormt de tweede zin soms een toelichting bij de eerste zin. In dat geval verbind je de zinnen met een

In een zin gebruik je een komma tussen twee 

Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe zin, gebruik je een

Na een zelfstandige, mededelende zin komt een

Wanneer gebruik je wat?

Aan het begin van een zin.

Tussen twee persoonsvormen.

Vóór een verbindingswoord.

Aan het eind van een vraagzin.

Aan het eind van een gewone zin.

hoofdletter

punt

vraagteken

komma

komma

Niet waar

Waar

Een zin eindigt altijd met een punt.

Tussen twee persoonsvormen zet je een komma. 

Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.

Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.

Aanhalingstekens gebruik je als je een stukje tekst letterlijk overneemt.

Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.

Leestekens maken het lezen makkelijker.

Een komma zet je..

1. tussen twee persoonsvormen
2. voor twee persoonsvormen

Een komma is een leesteken

1. Waar
2. Niet waar

Een komma zet je ...

1. Tussen twee persoonsvormen
2. Tussen twee verbindingswoorden
3. Tussen twee moeilijke woorden
4. Tussen delen van een opsomming

Een komma geeft aan dat:

1. er een nieuwe zin komt
2. je even moet wachten voor je verder leest
3. dat er een nieuwe alinea komt

Ik heb jarenlang kunnen, genieten van spaghetti.


Het kommagebruik in deze zin is

1. Juist
2. Onjuist

Huiswerk voor ma 27 mei

Maken opdr. 7 en 8

Leren blz. 255/ 256 komma gebruik.

Dictee doen we in de les.