Thema 3 Formules, grafieken en vergelijkingen Les 3

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

PROGRAMMA

• Check startklaar
  
• Welkom
• Planning
  
• Investeer in jezelf-werk
• Terugblik
• Wat ga je leren? 
• Instructie
• Aan de slag: keuze
  
• Evaluatie + reflectie

Be all you can be! 

INVESTEER-IN-JEZELF-WERK

yuverta.magister.net

Terugblik + "soep proeven"

• Eerste wiskundeles

• Kennismaking wiskundeboek

• Startgevoel bij wiskunde

• In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde

• Ik kan de variabelen in een woordformule aangeven.

• Ik kan het stijg- en daalgetal in een woordformule 
• aangeven.
• Ik kan het begingetal in een woordformule  aangeven.

variabelen

Zijn de woorden in de formule.

Staan aan het begin en aan het einde. 

begingetal

Staat altijd alleen naast de + of -.

stijggetal en daalgetal

Staan altijd naast de x en de variabele.

Schrijf de - ervoor ook op.

De + ervoor hoef je niet op te schrijven.

• Ik weet wat een lineair verband bij een woordformule

      betekent.

Bij een situatie met regelmaat hoort een lineair verband.

Bij een lineair verband kun je een woordformule maken. 

Fabiënne verdient elk uur €5,36. 

Dat is een regelmaat.

Er is een verband tussen het aantal uren dat ze werkt en haar inkomsten. 

• Ik kan de variabelen in een situatie aangeven.
  
• Ik kan het stijg- en daalgetal in een situatie aangeven.
  
• Ik kan het begingetal in een situatie aangeven
  
• Ik kan een woordformule bij een situatie maken.

variabelen

stijggetal en daalgetal

begingetal

formule

hoogte (m) = 50 - 17 x tijd (minuten)

Zijn de woorden met een eenheid (bijvoorbeeld meters en minuten).

Schrijf eerst de variabele op die je kunt berekenen

en het = teken. De anderen met het x teken ervoor. 

Kijk wat er daalt of stijgt.

Staat meestal bij de woorden "per" of "elk

Kijk naar de beginsituatie. 

WAT HEB JE GELEERD?

En wat heb je onthouden?

"Soep proeven"

Je hebt de lesstof nu geoefend.

Hoe proeft jouw soep?

Hoe ontwikkel jij je?

Hoe kun jij jouw soep nog lekkerder maken?

 

Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ met spaties)

L1 blz. 61

Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ met spaties)

Testopgave

blz. 59

WAT GA JE LEREN? 

• Ik weet wat een lineaire formule is.
  
• Ik kan de juiste lineaire formule kiezen bij een tabel.

INSTRUCTIE 

• Ik weet wat een lineaire formule is.

Bij een tabel met regelmaat hoort een lineaire woordformule.

Welke formule hoort bij de tabel? 

Een kwestie van invullen. 

Leerdoel 

  Ik kan een formule opstellen bij een tabel met een regelmatige toe- of afname.



Leerdoel 

  Ik kan een formule opstellen bij een tabel met een regelmatige toe- of afname.

 Ik kan formules met elkaar vergelijken.

Kies hoe jij les 3 wilt oefenen.

         of

Gebruik je boek om de berekeningen in op te schrijven.

QUIZ 2

Woordformule en tabel

13

1. Nee, de formule hoort niet bij de tabel.
2. Ja, de formule hoort bij de tabel.
3. Ik begrijp het nog niet.

Heb je hetzelfde opgeschreven? 

13

1. Nee, de formule hoort niet bij de tabel.
2. Ja, de formule hoort bij de tabel.
3. Ik begrijp het nog niet.

Heb je hetzelfde opgeschreven? 

14

1. Formule 1.
2. Formule 2.
3. Ik begrijp het nog niet.

Heb je hetzelfde opgeschreven? 

15

1. Formule 1 hoort bij de tabel.
2. Formule 2 hoort bij de tabel.
3. Formule 3 hoort bij de tabel.
4. Ik begrijp het nog niet.

Heb je hetzelfde opgeschreven? 

16

1. Formule 1 hoort bij de tabel.
2. Formule 2 hoort bij de tabel.
3. Formule 3 hoort bij de tabel.
4. Ik begrijp het nog niet.

Heb je hetzelfde opgeschreven? 

1. Formule 1 hoort bij de tabel.
2. Formule 2 hoort bij de tabel.
3. Formule 3 hoort bij de tabel.
4. Formule 4 hoort bij de tabel.

Welke formule hoort bij de tabel huur auto?
Typ zonder spaties.

Welke formule hoort bij de tabel huur auto?
Typ zonder spaties.

Welke formule hoort bij de tabel huur auto?
Typ zonder spaties.

Welke formule hoort bij de tabel huur auto?
Typ zonder spaties.

Britt maakt het zwembad schoon. Daarvoor pompt zij het water uit het zwembad. De tabel hoort daarbij.
Maak de formule bij de tabel.
Typ zonder spaties.

De tabel hoort bij de wandeling van Sonja. Zij gebruikt een stappenteller. De teller staat al op 137 stappen.
Maak de formule bij de tabel.
Typ zonder spaties.

Welke formule hoort bij de contributie van de volleybalclub?

Typ zonder spaties.

Welke formule hoort bij de zweefvlucht van Felix?

Typ zonder spaties.

REFLECTIE

Begrijp je alle leerdoelen ?

wist dit al

ja

bijna

een beetje

nog niet

Hoe was je inzet?

😒🙁😐🙂😃

Vooruitblik

volgende les

VOLGENDE LES

par. 4.3

eigen keuze van oefenen

INVESTEER-IN-JEZELF-WERK

Geniet van de vakantie!

Tot in het nieuwe jaar!