KuA stijlen en stromingen oefening cultuur van het Moderne
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke jaartallen horen er bij
het Modernisme?
het Modernisme?
A
1850-1900
B
1900-1950
C
1950-2000
D
2000- heden
Slide 2 - Quiz
Welke kenmerken passen bij
het Modernisme?
het Modernisme?
A
traditioneel, kwaliteit, waarneming
B
consumptie maatschappij, alledaags
C
experimenteel, expressief, radicaal, primitief, onderbewuste
D
inhoudsloos, onbegrensde mogelijkheden.
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Expressionisme
Futurisme
De Stijl
Kubisme
Dadaïsme
Slide 7 - Question de remorquage
Expressionisme
Futurisme
Kubisme
Surrealisme
Dadaïsme
Slide 8 - Question de remorquage
Welke stroming hoort waarbij?
intuitief, het verstand op nul, het gevoel uitdrukken
analyse, zoeken naar essentie, met het verstand (ratio)
Bauhaus
De Stijl
Expressionisme
Futurisme
Kubisme
Constructivisme
Fauvisme
Slide 9 - Question de remorquage
Bij welke stromingen wordt geabstraheerd? /komt abstractie voor?
Slide 10 - Question ouverte
de Stijl
futurisme
kubisme
constructivisme
surrealisme
dada
expressionisme
Slide 11 - Question de remorquage
Slide 12 - Diapositive
Wat is een manifest? En waarom wil je die schrijven?
Slide 13 - Carte mentale
Welke gebeurtenis markeert het einde van de cultuur van het moderne?
Slide 14 - Question ouverte
Heb je nog vragen?
