Kunstalgemeen Cultuur van de Burger Drama en Dans

Dans en drama



De burgerlijke cultuur van de 17de Nederland
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Dans en drama



De burgerlijke cultuur van de 17de Nederland

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Stedelijke cultuur in Nederland
Nederlandse cultuur wordt in de 17e eeuw bepaalt door burgers in de steden, vandaar ook de term "cultuur van de burger"

Calvinisme is de officiele godsdienst: protestantse christelijke leer van Calvijn
Veel migranten naar Republiek voor vrijheid en welvaart: "Gouden Eeuw"

Slide 3 - Diapositive

De Hervormde Kerk
  • Johannes Calvijn (Frankrijk)
  • Protestantse godsdienstleer
  • Predestinatieleer: God heeft voor de geboorte al besloten of je wel of niet in de hemel komt
  • Men hoeft de overheid niet te gehoorzamen als een bevel in strijd was met Gods wil. Kerk en staat gescheiden.
  • Sober en vroom leven
  • Iedereen is gelijk
  • Kerkraad heeft de leiding

Slide 4 - Diapositive




Barok 
Zuid-Europa / Frankrijk

  • Uitbundige Katholieke stijl door contra reformatie.
  • Barok is de stijl van het absolutisme (Lodewijk 14e)
  • Barok heeft kerk en hof als grootste opdrachtgevers
  • Absolute vorst (Lodewijk 14e) met adellijke elite besturen het land.



Burgelijke cultuur NL


  •  Ingetogen protestantse burgelijke invulling waarbij particuliere opdrachten leidend zijn voor de kunstproductie.
  • Bloeiperiode economie, politieke macht en kunst "Gouden Eeuw"
  • Rijke burgers besturen het land

Tegelijkertijd in het zuiden van Europa........

Slide 5 - Diapositive

Burgerij 17e eeuw 
Burgers:  - Rijke burgers besturen het land
                    - Zelfbewust
                    - Omringen zich met kunst / voorwerpen die laten zien hoe welvarend ze zijn
 
Amsterdam:
  • belangrijkste handelscentrum vd wereld
  • goederen werden hier vanuit Azië, Afrika, Amerika over Europa verspreid. 
# Gouden Eeuw

Slide 6 - Diapositive

Burgerij
Wie was je? 
Hoeveel geld had je? 
Hoe gedraag je je?

Soberheid, zuiverheid, lijdzaamheid

Slide 7 - Diapositive

RANGEN en STANDEN
- Patriciaat
- Grote burgerij
- Middenstand
- volksklasse
- Bedeelden



Slide 8 - Diapositive

Amsterdamse schouwburg
Ontwerp Jacob van Campen
1637 - Tweede Kerstdag (voorstelling uitgesteld en aangepast onder druk van de kerk)
1638 - 3 januari opening van de schouwburg met de voorstelling:
Gysbreght van Amstel,
door 
Joost van den Vondel.

Slide 9 - Diapositive

de zaal
het podium

Slide 10 - Diapositive

zaal van de Amsterdamse schouwburg
loges en balkons voor het goed betalende publiek
op de begane grond zijn de goedkopere staanplaatsen
Raam achter het publiek zorgt voor belichting
De voorstellingen beginnen om 4 uur 's middags, want met alleen kaarsen zie je anders heel weinig.

Slide 11 - Diapositive

Schouwburg Amsterdam
Door de opbloei van het culturele leven ontstond er in Amsterdam in de zeventiende eeuw de behoefte aan een permanent theatergebouw. 

Schouwburg: niet meer op straat. Kenmerk van de ‘elitecultuur’. 

Toen dit gebouw eind 1637 voltooid werd, waren de Amsterdamse burgers trots op hun nieuwe schouwburg.

In 1638 werd hij officieel geopend.





Waarom waren ze trots?
− De schouwburg was ontworpen naar Italiaans voorbeeld en voldeed daarmee aan de laatste (internationale) trends.
− De schouwburg werd van steen gebouwd en voldeed daarmee aan de hoogste normen.
− De inkomsten van de schouwburg kwamen ten goede aan een sociaal doel, het Weeshuis en het Oudemannenhuis.

Slide 12 - Diapositive

Stadsschouwburg Amsterdam

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Gysbreght van Aemstel (1637)
auteur: Joost van den Vondel
Openingstoneel van de Nieuwe Amsterdamse Schouwburg 3 januari 1638. (eigenlijk op 2de kerstdag, maar dat viel niet goed bij de Calvinisten + inhoudelijke details die ze moesten aanpassen voor ze mochten spelen)

Paralellen met Paard van Troje (Vergilius 70 v. Chr)
Verhaal: Amsterdam is een grote stad, na beleg wordt hij via een grote list ingenomen, bijna identiek als die in het Paard van Troje: die vielen Troje binnen door soldaten te verstoppen in een groot houten paard. In Gysbreght verstoppen de soldaten zich in een schip genaamd Zeepaard!
Over de geschiedenis van de plundering van Amsterdam in 1304. 

Slide 16 - Diapositive

Joost van den Vondel (1587 - 1679)
  • Dichter des Vaderlands
  • toneelschrijver en dichter
  • protestants opgevoed, maar later katholiek geworden
  • 1630 verliest vrouw en kinderen
  • 24 stukken volgens Aristotelische wetten. o.a.:
- Gysbreght van Amstel
- Lucifer
- Adam in Ballingschap

Slide 17 - Diapositive

1665, 30 jaar na opening ervan, werd de schouwburg verbouwd. 
Architect Philips Vingboom
Mee met de tijd:
* technische snufjes
* toneel wordt hoefijzer
* lijst om toneel (ontstaan lijsttoneel)
* toneelmachinerieen
* coulissen: beweegbare beschilderde schotten
* kunst en vliegwerk: acteurs aan touwen door de lucht
* vuur, water, rook: alles om een zo'n natuurgetrouwe 
omgeving mogelijk te maken
> afgebrand een eeuw later vanwege die effecten: vuur
Verbouwing stadsschouwburg

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Jan Vos (bestuurder schouwburg en schrijver):
"De schouwburg is opgericht om de gewone mensen te laten luisteren en kijken. Men leert hun met het spel wijze lessen voor het dagelijkse leven." 

Slide 20 - Diapositive

Blijspelen
- Ter lering en vermaak: vorm was grappig, maar inhoud moest het publiek iets leren.

- (Lach)spiegel voorhouden door de menselijk gebreken te laten te zien: de geest moest namelijk te strengste onder controle worden gehouden! Invloed van de Calvinisten.

Slide 21 - Diapositive


- schrijver
- intellectueel en aristocraat
- verlaat rederijkerskamer D'Eglantier
- eigen clubje "Muiderkring" met gelijkgezinde kunstvrienden
- geen volksschrijver; te intellectueel
-  inspiratie en stijl: de klassieken
- filosofische gedachten in gedichten, treurspelen en herderspel


- schrijver kluchten en komedies
- trotse Amsterdammer, schrijft in volkstaal
- thema's: meisjes, drank, humor
- lachen is gezond voor lichaam en geest
- wordt ziek, zakt door het ijs > tragisch einde
- Stukken: De klucht van de koe", "Spaansche Brabander"
Pieter Cornelisz Hooft
Gerbrand a. Bredero

Slide 22 - Diapositive

Inhoud blijspelen
Thema's: de hartstochten, zoals daar zijn gierigheid, jaloezie en begeerte.
bijvoorbeeld:
- "Trijntje Cornelis" van Constantijn Hooft. 
Een schippersvrouw wordt onder valse beloftes meegelokt naar een bordeel, waar ze dronken wordt gevoerd, bestolen en buiten bewustzijn in de mestvaalt wordt achtergelaten.

Moraal: Gij zult niet zwichten voor mooie beloftes!

Slide 23 - Diapositive

Een huishouden van Jan Steen
“Soo D’Oude Songen, Soo Pypen De Jonge”.

Slide 24 - Diapositive

Kluchten en Komedie
- Vrijere vorm dan de tragedie (aristotelische opbouw)
- Is goed voor de ziel: lachen is gezond en werkt zuiverend
- Ook geschikt en toegankelijk voor de minder hoog opgeleiden
- Intellectuelen keken erop neer

Jan Vos (bestuurder schouwburg en schrijver van komedies en kluchten)
Veel invloed op het culturele leven in de stad, vooral vanwege zijn spektakelstukken waarin alles kon en mocht.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Rederijkers (kamers) vereniging
Rederijkers: beoefenaars van de dicht – en toneelspeelkunst. 
De rederijkers verenigden zich in een rederijkerskamer. Meestal waren het gegoede burgers met een klassieke opleiding.

Ze hielden dichtwedstrijden (de Landjuwelen) tussen verschillende kamers  met strenge regels.
Ze waren dol op feesten.
Calvinisten waren sceptisch over de de feestmentaliteit.


Bredero en Hooft (serieuze schrijvers)) verlaten de kamers.
Ergeren zich aan de feestmentaliteit, amateurisme en kwaliteit 

Er waren veel kamers, maar er zijn nog maar weinig werken bekend > zegt iets over de kwaliteit


Slide 27 - Diapositive

Retrogade

Een van de vormen waarin de rederijkers uitblonken, was de retrogade. Oftewel het kreeftdicht.
 

          Een gedicht dat je ook van achteren naar voren kunt lezen zonder dat de betekenis verandert.

Schild van Rederijkers kamer D'Eglantier

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Tragedie (treurspel)
Streng aan de eisen van Aristotelis:
> 5 bedrijven
> Eenheid van:
* tijd (tijdspanne van één etmaal), 
* plaats (alles op of rond één plaats)
* handeling (één hoofdlijn in het verhaal)
> "Rei" (een koor dat commentaar levert op de handelingen. Declamerend of in zang, soms met instrumenten erbij)

Slide 30 - Diapositive

Tragedie inhoud:
Toneelspel met ernstige ondertoon, ontstaan in de Klassieke Oudheid.

Conflict tussen protagonist (de held) en de antagonist (de tegenstander) die leidt tot een catharsis. 
Zorgt voor opluchting bij het publiek, die heel erg meeleven met de held.


Opbouw:
1. Expositie (introductie personages) 
2. opbouw naar punt waar de held bewust wordt van de situatie waarin door het conflict in verkeert. Dat besef heet ook wel agnitio
3. Gevolg van het besef, het verhaal neemt een beslissende wending, de peripeteia  en het begin van de ontknoping. 
4. Ontknoping: het conflict wordt opgelost: catharsis. 

Slide 31 - Diapositive

Acteurs en Dansers
- Acteurs/Dansers waren vakbekwaam en vernieuwend:
in de Amsterdamse schouwburg een van de eerste vrouwelijke dansers in Europa.
- Ariana Nozeman, eerste beroepstoneelspeelster en danseres, daarvoor werden de vrouwenrollen door mannen in jurken gespeeld.
- Echter het aanzien van dansers en deelnemers aan het toneel blijft maar weinig aanzien houden. Bij de ernstige levenshouding die hoort bij het protestantisme (Calvinisme) past niet al te veel vertier. 

Slide 32 - Diapositive

                  Commedia dell'Arte

Slide 33 - Diapositive

Commedia dell'arte
  • Populair in 16e-18e eeuw volkstheater
  • Serieus & komisch
  • Maskers
  • Fysiek groot spel op publiek gericht
  • Rollen zijn stereotype
  • Weinig tekst, veel kunstjes, goochelen
  • Veel improvisatie a.d.h.v. simpele komische plots  (bijv liefdesperikelen) + actualiteiten van het dorp/stad waar ze op dat moment zijn
  • reislustig Italiaanse gezelschappen

Slide 34 - Diapositive

Geïmproviseerd scenario
  • acteurs commedia verzonnen niet alles ter plekke; de tekst was geïmproviseerd maar de verhaallijn stond meestal vast in een scenario.
  • acteurs speelden 1 of 2 vaste karakters in hun leven, en werkten nauw samen met medespelers dus goed op elkaar ingespeeld
  • Vaste thema's/overdreven spel
  • hierna ontstonden slapstick & (panto)mime, fysiek theater

Slide 35 - Diapositive

, d
Maskers gebruikt bij spel
Personages zoals: De Vrek, Clown, Schurk, Soldaat, Knecht, Dokter. Elke rol had zijn eigen masker zijn eigen vaststaande manier van bewegen.

Slide 36 - Diapositive

de Zanni (knechten)
De zanni = knechten, waarvan er meestal een slim was en een dom: Arlecchino, Pulcinella, Pedrolino, Scapino, Mezzetino, 
Scaramuccia, Brighella. Deze zanni hadden vaak grappen die helemaal los stonden van de opvoering: dat zijn de zogenaamde 'lazzi': pantomime, 
voordracht enz. 
De andere knechten (Brighella en
Scaramuccia) kregen vaak teleurstellingen
te verwerken. De commedia dell'arte was
echt volksvermaak dat op straten en
pleinen werd opgevoerd. Ook werden ze
uitgenodigd om bij de vorstenhoven op te
treden. 
Pulchinella ( in het engels: Punch en bij ons: Jan Klaassen) heeft een grote haakneus, een gebochelde rug, een lange puntmuts en hij danst veel.
Arlecchino is een heel beweeglijke figuur
die steeds springt en buitelt. Hij heeft een
geruit pak aan. 

Arlecchino
Pulcinella
Brighella en
Scaramuccia

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

IN DE TIJD
1517 95 stellingen van Luther
1568 Begin 80-jarige oorlog
1585 Definitieve blokkade van Antwerpen
1588 Republiek der 7 verenigde nederlanden zelfstandige natie
1602 Oprichting van de VOC
1609 Begin van het twaalfjarig bestand.
1648 Einde 80-jarige oorlog
1672 Rampjaar

Slide 39 - Diapositive