Les 4 - Invloed 28 - 31 - v

Les 4 Invloed 
In deze les leer je:
  • Andere mensen kunnen invloed hebben op jouw keuzes.
  • Jij kunt invloed hebben op andere mensen.
  • Sommige mensen zijn een voorbeeld voor anderen.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Praktijkonderwijs

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Les 4 Invloed 
In deze les leer je:
  • Andere mensen kunnen invloed hebben op jouw keuzes.
  • Jij kunt invloed hebben op andere mensen.
  • Sommige mensen zijn een voorbeeld voor anderen.

Slide 1 - Diapositive

Les 4 invloed 28 tekst
Tekst invloed:
- Wat maak je zelf? (zin 1)
- Wie kunnen daar invloed op hebben? (zin 2)
- Wie kunnen bijvoorbeeld invloed hebben op jouw gedrag? (zin 3)
- Wie kunnen invloed hebben op jouw kledingkeuze en muzieksmaak?

Slide 2 - Diapositive

vervolg blz. 28 tekst invloed
- Waarop kun jij invloed hebben bij andere mensen? (zin 5)
- Waarover kun je bijvoorbeeld heel enthousiast vertellen in de klas of op school? (zin 6)
- Wat gaan je klasgenoten dan misschien doen? (zin 7)

Slide 3 - Diapositive

vervolg blz. 28 
Voorbeeld: Hoeveel meningen zie je hier?


De mensen met wie
je omgaat, kunnen 
invloed hebben op
jouw keuzes.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 1c en d 29
d. Wat is je opgevallen? ( wat zei je klasgenoot)
1. Dat  ouder(s), vrienden en familie veel invloed hebben op ons.

2.  Ouders zijn het vaakst genoemd.

3. We vinden dat ze best wel veel invloed hebben.



Slide 6 - Diapositive

opdracht 2 (30)
Foute vrienden.
tekst:
- Welk gedrag kan vaak een gevolg zijn van foute vrienden ? Crimineel gedrag. (zin 1) 



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Opdracht 2 (30) b en c
b. Wat bedoelen ze met (= wat zijn) foute vrienden?

c. Wat is de invloed van vrienden.

d. Jongeren die snel boos worden, hebben die vaker crimineel gedrag?  

Slide 9 - Diapositive

opdracht 2 e en f (31)
e. Hebben jouw vrienden een goede invloed op jou? 
Waarom?


f. Heb jij goede invloed op jouw vrienden. 
Waarom? 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Opdracht 3 (32)
a. Wie is een voorbeeld voor jou? Mijn ouders

b, c en d. Waarom? Mondeling proberen.

e. Welke invloed wil jij hebben op andere mensen?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive