2mh H5 Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Welkom in de les!

Leerdoelen

-Ik weet hoe ik de betekenis van een samenstelling op moet zoeken in het woordenboek

-Ik kan erachter komen wat de betekenis van een samenstelling is

-Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf

Wat is ook al weer een samenstelling?

Samenstelling: een woord dat is opgebouwd uit twee of meer losse woorden. 

Het tweede deel van een samenstelling is het belangrijkst, want dat bepaalt de betekenis.

Bijvoorbeeld: Een hotelkamer is een soort kamer: een kamer in een hotel.

Een sportbroek is een soort broek: een broek die je draagt bij het sporten.

De meeste samenstellingen staan niet in het woordenboek, dus de betekenis moet je zelf bedenken.

 Je kunt wel de losse woorden opzoeken.

Bijvoorbeeld:

Rusland wil een importverbod van verse groenten uit Europa.

Je kijkt dan in het woordenboek bij het deel van het woord dat je niet kent: import.

 IMPORT betekent ‘het inkopen van goederen uit het buitenland’.

Nu kun je het hele woord verklaren: het verbod op het inkopen van goederen uit het buitenland.

Bedenk zoveel mogelijk samenstellingen met het woord DEUR

toekomst                                                                    noot

ruimte                                                                             breuk

robot                                                                                band

milieu                                                                               toerisme

buiten                                                                               vervuiling

arm

lucht

muziek

ramp

schip

Samenstelling?

SCHOENPOETS

1. ja
2. nee

Samenstelling?

ONGEDULDIG

1. ja
2. nee

Samenstelling?

TELEFOON

1. ja
2. nee

Samenstelling?

LUCHTHAVENPERSONEEL

1. ja
2. nee

Uit hoeveel woorden bestaat de samenstelling?
FIETSTASREK

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Uit hoeveel woorden bestaat de samenstelling?
RUIMTEVAARTORGANISATIE

1. 4
2. 3
3. 2
4. 1

bed

plannen

zak

album

borstel

rug

foto

stapel

afwas

toekomst

Huiswerk bespreken

Pak je huiswerk erbij

Woordenschat

We gaan de woordbetekenissen van dit hoofdstuk oefenen.

PAK JE BOEK ERBIJ

maak opdracht 5 blz 130-131

werk in je schrift 

OPTIMAAL

1. als eerste
2. allerbest
3. veel
4. het meest

Maak een zin waarin je het woord OPTIMAAL op een juiste manier gebruikt.

WELLICHT

1. misschien
2. zeker
3. soms
4. bijna nooit

Maak een zin waarin je het woord WELLICHT op een juiste manier gebruikt.

ONDER GEEN BEDING

1. absoluut
2. bijna nooit
3. zonder
4. absoluut niet

LANCEREN

1. afschieten
2. oplossen
3. wegrennen
4. evenwicht houden

IN HUIS HEBBEN

1. mogen
2. willen
3. houden
4. kunnen

Verder oefenen

Ga naar Nieuw Nederlands Online.

Kies voor H5-trainen-woordenschat.

Zorg ervoor dat je minstens 75% goed hebt.

Maak het werkblad over samenstellingen.