22. Ik weet wat een; symmetrische-, uniforme-, linksscheve-, rechtsscheve- en meertoppigge verdeling is
23. Ik ken de vuistregels die horen bij een normale verdeling.
24. Ik kan bij een gegeven u en o de grenzen en aantallen berekenen.
25. Ik kan bij een gegeven interval de bijbehorende u en o berekenen