Herhaling toets

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

K3 - Herhaling voor de toets

Vorige les

• Oefentoets over 1.5, 2.5, 1.8 en 2.8 gemaakt.

Vandaag 

• Oefentoets nakijken
• Alle stof van de toets nog een keer herhalen
• Test jezelf 1.5, 1.8, 2.5 en 2.8 maken

Oefentoets nakijken

1.5 woorden

Leer de woorden van 1.5 voor de toets. In Magister staan bij de toets ook de linkjes naar de flashcards om met de woorden te oefenen. 

Wat voor vraag kan je verwachten? 
In de volgende zinnen is steeds één woord onderstreept. Wat betekenen deze woorden? Schrijf steeds de betekenis op. (1 pt.)

a. Dat geeft mij veel inspiratie.

b. Ik vind dat een enorme uitdaging.

1.8 werkwoordspelling 

• Tegenwoordige tijd (tt) - Ik loop naar de Aldi.
  
• Verleden tijd (vt) - Ik liep naar de Aldi.
  
• Voltooid deelwoord (vd) - Ik ben naar de Aldi gelopen. 

Schema krijg je op de toets

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

De hockeyers ........... op het veld op te gaan na een racistische opmerking van de tegenpartij. (weigeren)

1. weigeren
2. weigerde
3. weigerden
4. wogeren

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

De politie ............ de relschoppers naar een plein om ze te arresteren. (leiden)

1. leide
2. leidden
3. leidde
4. leiden

Wat is het voltooid deelwoord

1. gefietst
2. fietsen
3. fietsten

eindigen
Het toneelstuk ... straks met een lied

1. eindigd
2. eindigt
3. eindigdt
4. eindig

2.5 woorden

Leer de woorden van 1.5 voor de toets. In Magister staan bij de toets ook de linkjes naar de flashcards om met de woorden te oefenen. 

2.8 Leestekens

Punt

Komma

Dubbele punt

Aanhalingstekens

Vraagteken/uitroepteken 

Hoofdletters 

2.8 spelling - leestekens en hoofdletters

Hoe laat begint de les vandaag!

1. leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
2. leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.

1. leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
2. leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Loop naar de maan.

1. De hoofdletters en leestekens kloppen.
2. De hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Wil je kaas, jam of hagelslag op je boterham?

1. Hoofdletters en leestekens kloppen.
2. Hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Op Maandag hebben we een toets.

1. De hoofdletters en leestekens kloppen.
2. De hoofdletters en leestekens kloppen niet.

In Maart ben ik jarig!

1. De leestekens zijn goed gebruikt.
2. De leestekens zijn fout gebruikt.

Gaad heelemaal goet Komen met die 'leestekens' en 'spelling, tog!

😒🙁😐🙂😃

Test jezelf 

Maak test jezelf 1.5, 1.8, 2.5 en 2.8