H6.3 De overheid bemoeizuchtig

Economie
vwo 3
12-01-2023
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Economie
vwo 3
12-01-2023

Slide 1 - Diapositive

De beste wensen voor het nieuwe jaar!!

Slide 2 - Diapositive

H6.3 de overheid bemoeizuchtig
Wat moet je kunnen van deze paragraaf:
  • Je kunt de opbouw van de collectieve sector beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe de overheid subsidie en accijns kan gebruiken om de consumptie van bepaalde goederen te stimuleren of af te remmen.
  • Je kunt uitleggen wat collectieve goederen zijn.

Slide 3 - Diapositive

Wyona gaat kijken naar een voetbalwedstrijd tussen Ajax en Feyenoord. Ajax wint en er ontstaat een rel. Feyenoordsupporters maken de tribunes kapot en steken vuurwerk af. Dit is een voorbeeld van:
A
Positieve externe effecten
B
Negatieve externe effecten
C
Economische effecten
D
Sociale normen

Slide 4 - Quiz

Twee beweringen over externe effecten.
I. Autorijden heeft slechts negatieve externe effecten.
II. Toename van het autoverkeer leidt tot een toename van maatschappelijke kosten.
Welke bewering(en) is/zijn goed?

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 5 - Quiz

Collectieve sector:
- streeft niet naar winst
- moet wel uitkomen 
met haar geld dus... 
begroting maken!!

Particuliere sector:
- streven naar winst
- bedrijven/burgers
- marktwerking

Slide 6 - Diapositive

Collectieve sector
Regering: Bestuurt het land en neemt beslissingen.
Provincie: Het provinciebestuur controleert het werk van de van de gemeenten in de provincie en zorgt ervoor dat de gemeenten goed samenwerken.
Parlement: Controleert de regering, neemt beslissingen en beslist of de plannen worden uitgevoerd.
Ministerie: De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen
Gemeente:  Gaat over zaken die alleen de inwoners van de gemeenten aangaan. 
Waterschappen: Zorgen voor de waterhuishouding in Nederland. Zij bewaken het waterpeil en de kwaliteit van het water.
Sociale fondsen: verzorgen de sociale verzekeringen, zoals de werkloosheidsverzekering en de Algemene Ouderdomswet (AOW).

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

De overheid grijpt in
Subsidies
Stimuleren van de consumptie van bepaalde goederen en diensten
→ De prijs gaat omlaag

Accijns
Afremmen van de consumptie van bepaalde goederen en diensten
→ De prijs gaat omhoog
Indirecte belasting

Belasting op inkomen, winst, vermogen
Correctie van de grote verschillen tussen inkomens door de werking van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
Directe belasting
→ Progressief


Progressief: Mensen met een hoog inkomen betalen in verhouding meer belasting dan mensen met een laag inkomen.
Bedrijven moeten een deel van de verkoopprijs als accijns aan de overheid afstaan. 
→ Het wordt voor bedrijven minder aantrekkelijk om het product aan te bieden.
→ Het aanbod daalt.
→ Het product wordt duurder.
→ De vraag naar het product daalt.

Slide 12 - Diapositive

Collectieve goederen
Collectieve goederen zijn goederen die alleen door de overheid geleverd kunnen worden.

De particuliere sector kan deze goederen niet leveren, omdat het goed niet leverbaar is in eenheden per persoon.

Bijvoorbeeld:
  • Aanleggen van dijken 
  • Straatverlichting 
  • Politie 

De overheid laat inwoners betalen door middel van belastingheffing. 

Slide 13 - Diapositive

Waarom collectieve goederen?
1) Belangrijk voor iedereen (politie)
2) Zelf kwaliteit bewaken (rechtspraak)
3) Kosten zijn niet te delen (straatverlichting)
4) Het moet betaalbaar blijven (onderwijs)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive