Lesson 7 - CE prep

Exam prep
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Exam prep

Slide 1 - Diapositive

GOALS

- you do an entire exam 



Slide 2 - Diapositive

singaalwoorden 1
opsomming: first, second, another, furthermore, besides, moreover, also, in addition

volgorde: first, then, next, afterwards, to start with

oorzaak, gevolg: as a result, consequently, therefore, so, because, since, as

Slide 3 - Diapositive

signaalwoorden 2
contrast, tegenstelling: however, but, though, on the other hand, although, in spite of, nevertheless, on the contrary

vergelijking: like, likewise, in the same way, or, between

uitzondering: even, though, still, yet, unlike

Slide 4 - Diapositive

signaalwoorden 3
illustratie: such as, for example, like, to prove this, especially

tijd (volgorde): before, after, when, following, since, during

conclusie: so, in short, to summarise, finally, therefore

Slide 5 - Diapositive

facet.nl
Maak het examen
(volgende les afmaken)

40 minutes

Slide 6 - Diapositive

Soorten examenvragen
- toon en houding
- doel en middel

Slide 7 - Diapositive

Toon en houding

Slide 8 - Diapositive

toon en houding 1
De deelnemers aan een gesprek/ schrijver van een tekst kunnen zich op verschillende manieren opstellen. 
Hun houding kan neutraal zijn, maar ook partijdig, kritisch, verontwaardigd, enthousiast of afwijzend. 

Dat merk je aan de inhoud en de toon. 

Slide 9 - Diapositive

toon en houding 2
Je kunt een spreker of een auteur niet altijd letterlijk nemen. Taalgebruik kan ook ironisch zijn. Dan zegt of schrijft iemand iets, terwijl hij het tegenovergestelde bedoelt.

Meestal kun je alleen aan de context zien dat zo’n uitspraak ironisch bedoeld is.

Slide 10 - Diapositive

toon en houding 3
Bij een luistertekst speelt de manier van spreken een rol. 
Het spreektempo, de toonhoogte, het volume, klemtonen, veel of weinig afwisseling: het zijn allemaal aanwijzingen voor de houding van de spreker. 
Bij een tv-programma kun je bovendien veel opmaken uit de lichaamstaal van de deelnemers.

Slide 11 - Diapositive

Doel en middel

Slide 12 - Diapositive

doel en middel 1

het doel -> wat wil de auteur? 

het middel -> hoe probeert de auteur dat doel te bereiken?

Slide 13 - Diapositive

doel en middel 2
Kijk naar de uitspraak zelf én naar de context. 

Wat is er aan deze uitspraak voorafgegaan? 
Hoe verliep het gesprek tot op dat moment? 
Op welke woorden reageerde de spreker? 
Gaat iemand mee met wat er eerder is gezegd of gaat hij er juist recht tegenin?

Slide 14 - Diapositive

doel en middel 3
TIP: 
In examenvragen gaat het de ene keer over het doel van een uitspraak en de andere keer over de functie

Komt op hetzelfde neer: wat wil de persoon met deze uitspraak bereiken?

Slide 15 - Diapositive

doel en middel 4
• Doel: deze woorden niet letterlijk nemen
Middel: er aanhalingstekens omheen zetten 
• Doel: argumenten kracht bij te zetten 
Middel: wetenschappers met naam en titel citeren 
• Doel: laten zien dat het om aanvullende informatie gaat  
Middel:  stuk tekst in een apart tekstblok zetten

Slide 16 - Diapositive