Klas 1 - Spreekwoorden en uitdrukkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

WELKOM

Bij Nederlands

10 min. 

lezen

VANDAAG

• Wat ga je leren vandaag?
• Spreekwoorden en uitdrukkingen
• Maken: opdracht 1, 3, 4 (blz. 92)

Wat ga je leren vandaag?

• Het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
• Nieuwe spreekwoorden en uitdrukkingen (en de betekenis)

Wat zijn spreekwoorden en uitdrukkingen?

Kun je een spreekwoord of uitdrukking noemen?

Spreekwoord:

uitspraak die een algemene levenservaring of wijze les bevat

Uitdrukking:

een groepje woorden met een figuurlijke betekenis

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Letterlijk: je zegt precies wat je bedoelt 

Figuurlijk: je zegt iets anders dan je bedoelt en gebruikt een beeld (figuur) om dat te zeggen

Voorbeelden

Letterlijk: 

Elisa draagt altijd een pet. 

Karim eet vaak kaas. 

Figuurlijk: 

Elisa gooit er met de pet naar. (Ze doet niet haar best) 

Karim heeft er kaas van gegeten. (Hij weet er veel van)

Welke spreekwoorden zie je hier?

Schrijf ze op (2 min). 

Welke spreekwoord zie je hier?

Maken:

Spreekwoorden en uitdrukkingen (blz. 92):

opdracht 1, 3 en 4.

We gaan dit over 10 min. nakijken!

Wat heb je geleerd vandaag?

• Het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
• Nieuwe spreekwoorden en uitdrukkingen (en de betekenis)