Herhaling § 3.1 + Uitleg § 3.2
1 / 31
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat is een buurplaneet van de aarde?
A
Mercurius
B
Saturnus
C
Mars
D
Uranus
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Welke buurplaneet van Nederland is het heetst?
A
Mars
B
Venus
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
De atmosfeer is voor de aarde.....
A
belangrijk
B
onbelangrijk
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Op .....breedte vallen de zonnestralen recht.
A
lage
B
hoge
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Op .....breedte verwarmt een zonnestraal een kleiner oppervlakte.
A
lage
B
hoge
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Voor de luchttemperatuur geldt: hoe hoger, hoe.....
A
warmer
B
kouder
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
De temperatuur daalt elke 1000 meter omhoog met.....
A
0,6 graden
B
6 graden
C
60 graden
Slide 22 - Quiz
De aarde.....
A
beweegt
B
draait
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Vidéo
De draaiing van de aarde om de eigen as zorgt voor.....
A
het ontstaan van dag en nacht
B
het ontstaan van de seizoenen
Slide 25 - Quiz
De draaiing van de aarde om de zon zorgt voor.....
A
het ontstaan van dag en nacht
B
het ontstaan van de seizoenen
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Lien
In ......krijgt het noordelijk halfrond het meeste zonlicht.
A
de zomer
B
de winter
Slide 28 - Quiz
In ......heeft de Zuidpool te maken met de pooldag.
A
de zomer
B
de winter
