Lezen/Luisteren/Kijken 1.5 Feit, mening, argument
1 / 11
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Feit, mening of argument?
Mijn broertje is een onuitstaanbare treiterkop.
Mijn broertje is een onuitstaanbare treiterkop.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 2 - Quiz
Feit, mening of argument?
..., omdat hij goede standpunten heeft.
..., omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 3 - Quiz
Feit, mening, of argument?
Chocolade is lekker.
Chocolade is lekker.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 4 - Quiz
Feit, mening of argument?
..., want het is een veelzijdig vak.
..., want het is een veelzijdig vak.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 5 - Quiz
Feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts.
Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Ik weet hoe ik vragen over feit, mening en argument, moet beantwoorden.
😒🙁😐🙂😃
