H4 deel 1

Goedemorgen
😒🙁😐🙂😃
1 / 38
suivant
Slide 1: Sondage
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

  • Wie werkt er?
  • Productiefactoren? --> KANO 

  • Kapitaalintensief= veel machines weinig arbeid
  • Arbeidsintensief= veel arbeid weinig machines

  • Voorwaarde arbeidsovereenkomst: gezag, loon &persoonlijk werken
  • vast& tijdelijk contract





Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

 Telewerken bespaart veel reiskosten en reistijd; 
en tijd is geld.

Slide 4 - Diapositive

Vakbonden nemen het altijd op voor werknemers. De reden hiervoor is dat je samen sterker bent dan alleen
Een vakbond biedt zijn leden informatie, advies en hulp. De leden van de vakbond betalen hiervoor contributie. Een van de taken van de vakbond is het afsluiten van cao’s. In een cao staan afspraken over de arbeidsvoorwaarden die de komende tijd voor de betrokken werkgevers of werknemers gelden. (cao)

Slide 5 - Diapositive

Wat is het verschillen tussen een tijdelijk contract en een vast contract?

Slide 6 - Question ouverte

hoort LOON bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 7 - Quiz

hoort VERGOEDING WOON-WERKVERKEER bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 8 - Quiz

hoort VAKANTIEGELD bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 9 - Quiz

hoort LEASEAUTO bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 10 - Quiz

hoort FIJNE WERKRUIMTE bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 11 - Quiz

hoort VERHUISKOSTEN bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 12 - Quiz

hoort VERGOEDING CONGRESSEN bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 13 - Quiz

hoort RECHT OP ABBONEMENTEN bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 14 - Quiz

hoort STUDIEFACILITEITEN bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 15 - Quiz

hoort KERSTPAKKET bij primaire arbeidsvoorwaarden, secundaire arbeidsvoorwaarden of tertiaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
Tertiaire arbeidsvoorwaarden
C
Secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 16 - Quiz

In de bouw werken veel bouwvakkers met kruiwagens en betonmolens. Dit is kapitaalintensieve arbeid.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 17 - Quiz

Kapitaalintensieve arbeid betekent dat werknemers een hoog salaris ontvangen.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 18 - Quiz

Een vakbond biedt zijn leden informatie, advies en hulp.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 19 - Quiz

Wat is GEEN voorwaarde voor een arbeidsovereenkomst?
A
De werknemer is ondergeschikt aan de werkgever.
B
De werknemer heeft een auto of ov-kaart.
C
De werknemer is verplicht te werken.
D
De werknemer ontvangt een vergoeding.

Slide 20 - Quiz

Wie van de volgende werknemers heeft geen arbeidscontract?
A
een oproepkracht
B
iemand met een nulurencontract
C
een freelancer
D
een seizoenmedewerker

Slide 21 - Quiz

Geef een omschrijving van een collectieve arbeidsovereenkomst.

Slide 22 - Question ouverte

Productievorm met in verhouding veel arbeid.
iemand met een contract voor minder dan 1 jaar, of iemand wie een wisselend aantal uren per week werkt met een minimum van 12 uur
Loon dat werkgevers minstens moeten betalen aan werknemers die ouder zijn dan 23 jaar.
Overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt in dienst van de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
Abeidintensief
Arbeids-
overeenkomst
Flexwerker
Minimumloon

Slide 23 - Question de remorquage

zijn jullie nog wakker?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Slide 25 - Diapositive

Loonheffing: De loonbelasting plus de premie volksverzekeringen
werknemerspremie: Het deel van de pensioenpremie dat door de werknemer wordt betaald door inhouding van het brutoloon

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Maak opdracht 1 t/M 3c van paragraaf 4.2
Maak opdracht 1 en 2 van paragraaf 4.2

Slide 29 - Diapositive

:Premies voor de sociale verzekering van werknemers om ze te beschermen tegen inkomensverlies door ziekte, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid.


Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Maak opdracht 1 t/M 3c van paragraaf 4.2
Maak opdracht 4 t/M 7B van paragraaf 4.3.

Slide 35 - Diapositive

Hoe vonden jullie de les gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Vaker lessenupp gebruiken?

Slide 37 - Carte mentale

Huiswerk:
alle routineopgaven van paragraaf 4.2& 4.3

Slide 38 - Diapositive