4.4 Europese samenwerking

4.4 Europese samenwerking
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4.4 Europese samenwerking

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Bespreken hw 4.3 
  • Uitleg 4.4 
  •  Opdrachten maken 4.4
  • Kaartjes maken voor 30 seconds --> 15 juni 
  • in dien er tijd is: kort 30 seconds oefenen
  • Volgende week (8 juni) = oefentoets

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk 4.3 
Opdrachten 3, 4 , 5, 7, 11, 12 en 13.


Zelf nakijken online OF  ahv antwoordenblad

Daarna bespreken we de lastigste vragen

Slide 3 - Diapositive

Europese samenwerking
paragraaf 4.4

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je al over Europese samenwerking/de EU?

Slide 5 - Carte mentale

Leerdoelen
  1. Je kunt de oorzaken noemen die hebben geleid tot samenwerking van West-Europese staten en beschrijven hoe die samenwerking zich heeft ontwikkeld.
  2. Je kunt uitleggen waarom de Europese Economische Gemeenschap en later de Europese Unie zijn uitgebreid.
  3. Je kunt uitleggen waarom sommige Europeanen twijfelen aan het nut van Europese samenwerking. 

Slide 6 - Diapositive

Motieven Europese samenwerking
  • Voorkomen van oorlog
  • Einde maken aan vijandschap na WO 1 / WO 2
  • Angst voor communisme / Sovjet-Unie

Slide 7 - Diapositive

Chronologie Europese samenwerking
  1. Europese Economische Gemeenschap (EEG) 
  2. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
  3. Europese Unie (EU)
           → eis: je moet een parlementaire democratie zijn!
  4. Verdrag van Schengen
  5. Invoering euro 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Euroscepsis
Motieven
  1. (Te) veel macht naar Brussel
  2. Hoge kosten voor rijke landen
  3. Veel migranten naar rijkere landen

Voorbeeld: Brexit in 2020

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat zijn voordelen van Europese samenwerking?

Slide 12 - Question ouverte

Wat zijn nadelen van Europese samenwerking?

Slide 13 - Question ouverte


A
EU
B
Nederland

Slide 14 - Quiz


A
EU
B
Nederland

Slide 15 - Quiz


A
EU
B
Nederland

Slide 16 - Quiz


A
EU
B
Nederland

Slide 17 - Quiz

Mobiel bellen in een ander EU-land is net zo goedkoop als wanneer je binnen Nederland belt
A
EU
B
Nederland

Slide 18 - Quiz


A
EU
B
Nederland

Slide 19 - Quiz


A
EU
B
Nederland

Slide 20 - Quiz


A
EU
B
Nederland

Slide 21 - Quiz


A
EU
B
Nederland

Slide 22 - Quiz

Opdrachten 4.4
4, 6, 11


timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

4, 6 en 11 bespreken
  • Waar liepen we tegenaan?
  • Let op formulering 

Slide 24 - Diapositive

Laatste les voor de toets
Toets over WOII en de Koude Oorlog

Slide 25 - Diapositive

Leerstof
Hoofdstuk 3 (3 gesloten vragen)
Hoofdstuk 4 
  

Slide 26 - Diapositive

Oefentoets
huiswerk: 2, 3, 5, 8, 9,11 en 12

13 en 17 nu




Slide 27 - Diapositive

30 seconds
  • Lees de begrippen & jaartallen door  van hoofdstuk 4 
  • Iedereen vult 6 kaartjes in met 5 begrippen/jaartallen van hoofdstuk 5

Slide 28 - Diapositive

Zodra de kaartjes gemaakt zijn....
Indien er nog tijd is: gaan we 30 seconds spelen
anders: inleveren en spelen we het 15 juni

Slide 29 - Diapositive

Algemene regels
  • Beschrijven mag, maar je mag het begrip/ jaartal zelf niet noemen
  • Uiteraard mag je dit ook niet in één andere taal zeggen OF "het rijmt op..."

Slide 30 - Diapositive

optie 1
  • maak 2 groepen van 4 (8 in totaal) 
  • Zorg voor 2 kleurtjes/pionnen 
  • één leerling uit groep 1 pakt een kaartje op en probeert de 5 begrippen/jaartallen te beschrijven ZONDER het begrip/jaartal zelf te noemen
  • De rest van groep 1 bedenkt  welk begrip/jaartal erbij hoort
  • spieken mag, maar kost tijd...
  • 3 van de 5 kaartjes goed = 3 stappen vooruit
  • Daarna is groep 2 aan de beurt. 
  • Eerst bij de finish wint
  • Optie 2:
  • Maak groepen van 3 a 4 leerlingen
  • Verzamel de kaartjes en wissel deze uit met een groepje die ook voor optie 2 gaan
  • Pak een 'pion' of pen om op het spelbord aan te geven hoever jullie zijn
  • Één leerling pakt 1 kaartje op en probeert de 5 begrippen/jaartallen te beschrijven 
  • Groepsleden bedenken welk begrip/jaartal erbij hoort
  • SPIEKEN mag, maar kost je tijd....
  • 3 van de 5 kaartjes geraden? dan ga je als groep 3 stappen vooruit op het spelboord.
  • Spel eindigt als jullie bij de finish zijn

Slide 31 - Diapositive