H4 P.1 deel 1

H4: De Eerste Wereldoorlog
Tijd van de Wereldoorlogen: 1900 tot 1950




1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H4: De Eerste Wereldoorlog
Tijd van de Wereldoorlogen: 1900 tot 1950




Slide 1 - Diapositive

Dit hoofdstuk leer je
  • Hoe de Eerste Wereldoorlog is ontstaan (Oorzaken)
  • Hoe de Eerste Wereldoorlog verliep
  • De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog
  • De eerste economische wereldcrisis
  • Hoe Adolf Hitler populair werd en aan de macht kwam

Slide 2 - Diapositive

Waarom is dit onderwerp belangrijk?

  • Bondgenootschappen werden gesloten voor de Eerste wereldoorlog. Nu hebben landen zoals Nederland ook deze afspraken
  • Vrijheid van meningsuiting en kiesrecht vinden wij nu heel gewoon. Dit is niet vanzelfsprekend, dat moeten we koesteren. 

Slide 3 - Diapositive

Eerste Wereldoorlog

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Deze les
Leer jij...
  • De oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
  • Hoe is de Eerste wereldoorlog tot stand gekomen

Slide 6 - Diapositive

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeelt, kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.

Slide 7 - Diapositive

Noem het verschil tussen oorzaak en gevolg

Slide 8 - Question ouverte

Herhaling: Oorzaak-gevolg
Oorzaak: Waarom of waardoor iets gebeurt
Gevolg: Datgene wat erna gebeurt
Aanleiding: De allerbelangrijkste oorzaak waarom of waardoor iets gebeurt. De laatste oorzaak, de druppel die de emmer doet overlopen.

Slide 9 - Diapositive

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog

Modern-imperialisme: Europese landen gingen in de 19e eeuw gebieden koloniseren in Afrika en Azië om grondstoffen te krijgen en meer gebied te hebben (Groot rijk). 


Slide 10 - Diapositive

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog

Rond het jaar 1900 waren veel mensen in Europa Nationalistisch. Nationalisme: Trots zijn op je land, volk en cultuur. 

Alles wat met het leger te maken had was prachtig. 
Militarisme: Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog



Ondanks Militarisme werd er na 1815 (Napoleon) weinig oorlog gevoerd in Europa. Er was een machtsevenwicht: De macht tussen landen was zo verdeeld dat geen enkel land ontevreden was.

Slide 13 - Diapositive

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog


In 1871 werd deze machtsevenwicht verstoord. Duitsland werd één land en wilde net zo machtig en rijk worden als Engeland en Frankrijk. 

Slide 14 - Diapositive

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog


Duitsland ging koloniën veroveren en een groot leger en vloot opbouwen. Dit zorgde ervoor dat spanningen tussen landen toenamen. 

Wapenwedloop: Strijdt tussen landen om wie de meeste en krachtigste wapens heeft.

Slide 15 - Diapositive

Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog

Om tijdens een oorlog niet alleen te staan, sloten landen Bondgenootschappen: Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar militair te helpen.

Sommige landen zoals Nederland en België bleven Neutraal: Zij kozen geen partij.


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
Oorlog zat eraan te komen door alle spanningen in Europa. De aanleiding is de moord op kroonprins Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije

Slide 18 - Diapositive

Aanleiding van de Eerste Wereldoorlog

Bosnië was onderdeel van het rijk Oostenrijk-Hongarije. Veel Serviërs leefde in Bosnië en vonden dat alle Serviërs in een land moesten leven. 

Nationalistische Serviërs vermoorde de kroonprins 

Slide 19 - Diapositive

Bondgenootschappen
Oostenrijk-Hongarije vond dat Servië gestraft moest worden. Het grote Rusland beloofde Servië te helpen in tijd van oorlog. Bondgenootschappen waren eerder al gesloten.

Triple Entente: Engeland, Frankrijk,
Rusland
Driebond: Duitsland, O-H en Italië.

Slide 20 - Diapositive

De oorlog begint!
Op 1 augustus 1914 gaven de Duitse keizer en generalen het bevel: Aanvallen! De oorlog zou maar kort duren 
werd er gedacht.


Frankrijk had de grens met Duitsland stevig verdedigd.
Het Von Schlieffenplan werd uitgevoerd.

Slide 21 - Diapositive

Loopgravenoorlog
De Duitse aanval werd gestopt. De legers stonden tegenoverelkaar en ze gingen zichzelf ingraven.

Er ontstonden loopgraven vanaf de 
Belgische kust tot de Zwitserse grens.
Zo'n 760 kilometer lang.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Loopgravenoorlog
Er ontstond een oorlog op twee fronten. In Frankrijk en in Rusland. Duitsland moest aan beide kanten vechten.



Slide 24 - Diapositive

Wereldoorlog
In de Koloniën werd ook gevochten en soldaten uit bijvoorbeeld India en Afrika moesten in Europa mee vechten.

Een wereldoorlog: oorlog waarbij een groot aantal landen van de wereld betrokken is is onstaan.

Slide 25 - Diapositive

Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren. 
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)

Slide 26 - Diapositive

Laatste oorlogjaar 1917: Amerika doet mee
Amerika bevoorraade de Engelsen en de Fransen in de oorlog. Duitsland liet deze schepen zinken


Amerika moest nu wel terugvechten. Verse soldaten met nieuw materiaal kwam naar Europa vechten tegen het verzwakte Duitse leger. 

Slide 27 - Diapositive

Laatste oorlogjaar 1917: Rusland stopt
Oorlog in het Oosten (Rusland) verliep zeer slecht voor Rusland.
Zo slecht dat het volk in opstand kwam tegen de Russische Tsaar (keizer). 

De nieuwe Russische machthebbers sloten een
 wapenstilstand met Duitsland.

Slide 28 - Diapositive

Militarisme 
Imperialisme
Wapenwedloop
Nationalisme

Slide 29 - Question de remorquage

Welke oorzaken had de Eerste wereldoorlog?

Slide 30 - Question ouverte

Aan de slag! 


  • Dit mag je samen doen. Je werkt zachtjes, muziek mag.

  • Als je klaar bent laat je het aan je docent zien. Hand opsteken. Daarna mag je wat voor jezelf doen in stilte. 


Slide 31 - Diapositive