Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Ontwikkelingen van het leven op aarde
4.1 Ontwikkeling van het
leven op aarde
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Leerdoelen: Aan het einde van de les -kun je uitleggen hoe het leven op aarde is ontstaan -kun je een geologische tijdschaal aflezen
- Opdrachten B1 maken en afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Ontwikkelingen van het leven op aarde
De aarde bestaat ongeveer:
4,6 miljard jaar
dit is 4600 miljoen jaar
dit is 4.600.000.000 jaar
Slide 3 - Diapositive
Geologische
tijdschaal
Een tijdperk is een
lange periode waarin veel gebeurd
is.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Ontwikkelingen van het leven op aarde
Tijdbalk van de geschiedenis van de aarde
Slide 6 - Diapositive
Ontwikkelingen van het leven op aarde
Geologische tijdschaal
Deze is onderverdeeld in tijdperken
De tijdperken zijn weer onderverdeeld in perioden
Slide 7 - Diapositive
Ontwikkelingen van het leven op aarde
Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
Hoe jonger de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe verwanter groepen zijn.
Stambomen en verwantschap
Slide 8 - Diapositive
Ontwikkelingen van het leven op aarde
De stamboom van het leven
Bredere lijnen zijn grotere aantallen (bloeitijd)
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Ontwikkelingen van het leven op aarde
De mens stamt niet af van de apen, maar apen en mensen hebben dezelfde gemeenschappelijke voorouder
Slide 11 - Diapositive
Aan de slag
Maak opdracht de opdrachten van B1 in je werkboek.
Klaar? Laat het controleren en kijk de opdrachten na!
Slide 12 - Diapositive
Een geologische tijdschaal is ingedeeld in tijdperken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Hoe herken je in een stamboom een bloeiperiode van een groep organismen (dat er heel veel van zijn)?
A
De lijnen worden dikker
B
De lijnen worden dunner
C
De lijnen veranderen van kleur
Slide 14 - Quiz
Welke soort is het meest recent ontstaan: A of C?
A
A
B
C
Slide 15 - Quiz
Soort B toont het meeste verwantschap met soort: A of C?
A
A
B
C
Slide 16 - Quiz
Er worden twee uitspraken gedaan
1- De lippenbeer is meer verwant aan de bruine beer dan aan de brilbeer. 2- De voorouders van de reuzenpanda begonnen hun ontwikkeling als aparte groep meer dan 24 miljoen jaar geleden.
zijn deze uitspraken juist?
A
geen van beide zijn juist
B
beide zijn juist
C
alleen de 1e is juist
D
alleen de 2e is juist
Slide 17 - Quiz
Wat is het verschil tussen familiestamboom en een evolutionaire stamboom?