Chapter 2; Questions & negative sentences in the Present Simple

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welcome back!

What's the plan?

- Recap present simple

- Questions in de present simple

- Negative sentences in de present simple

- Work on homework

Goals for today

- I can make questions

- I can make negative sentences

Today: grammar

Recap Present Simple

Tegenwoordige tijd

What do you still remember about the Present Simple?

More Present Simple rules!

Last time:

SHIT regel, +s na stam van het werkwoord --> walks

& onregelmatige werkwoorden zoals to be, en to have

What do we do with these words?

to study, to go, to miss

To study

Sally always studies at home

To  miss

She misses her mom

To go

She goes to the gym on fridays

Who can translate these?

Ik ben -

Jij bent -

Hij/zij/het is -

Wij zijn -

Jullie zijn -

Zij zijn -

Translated

Ik ben - I am
Jij bent - you are
Hij/zij/het is - he/she/it is
Wij zijn - we are

Jullie zijn - you are

Zij zijn - they are

Who can translate these?

Ik heb -

Jij hebt -

Hij/zij/het  heeft -

Wij hebben -

Jullie hebben -

Zij hebben -

Translated

Ik heb - I have
Jij hebt - you have
Hij/zij/het  heeft - he/she/it has
Wij hebben - we have
Jullie hebben - You have
Zij hebben - they have

Making questions 

Take notes when I say!

Making questions: present simple

Er zijn een paar werkwoorden die je gewoon vooraan in de zin mag zetten bij het maken van vragen: 

- to be (am/is/are)

- can                                                                  

                     

You are 23 years old --> Are you 23 years old?

He can speak English --> Can he speak English?

Making questions: present simple

Staan deze werkwoorden niet in een zin? Dan moet je een hulpwerkwoord erbij pakken!

--> do / does (of ontkennend natuurlijk!)

Na elke vorm van do moet je het hele werkwoord gebruiken 

I love cats --> Do I love cats?

He loves cats --> Does he love cats?

 Is het werkwoord in de zin am/is/are/have got/has got/can?

                          Nee                                                               Ja

Dan zet je do/does vooraan                               Dan zet je dat ww

in de zin en gebruik je                                            vooraan in de zin

het hele ww

Making negative sentences

Take notes when I say!

Make negative sentences

Ontkenningen: zinnen met 'not'

Hiervoor gelden eigenlijk dezelfde regels als bij vragen maken

        Is het werkwoord in de zin am/is/are/have got/has got/can?

                          Nee                                                               Ja

Dan zet je do/does + not                               Dan gebruik je hetzelfde

voor het ww in de zin                                       ww + not

                                                                 can not schrijf je altijd als cannot

Have got / has got

Questions:

'Got' blijft op dezelfde plek in de zin staan, en have/has gaat vooraan in de zin

Negative sentence:

'not' komt achter have/has dus

have not got/ has not got

Practice

In the next few slides, make questions or negative sentences out of these sentences

Dus: kijk eerst of er een vorm van to be, can of have got in de zin staat. Dan kan je de vraag erg simpel maken. 

Staat deze er niet in? Gebruik dan een vorm van do!

Make a question and a negative sentence for each sentence

• Sarah and Linda feed their pets 

• He is 12 years old

• She lives in Nijmegen

Make a question:
They are happy

Make a negative sentence:
The boys play football

Make a question:
She has got brown hair

Make a negative sentence:
Carol plays the guitar

Make a question:
She wants an ice cream

Are there any questions?

Ik kan vragen maken in het Engels

14

Ik kan negatieve zinnen maken in het Engels

14

Let's practice! (homework)

DO:

Exc. 2-6 (p. 73-75)

Worksheet

Study:

Expressions E + F, Days, months, seasons (p.92-93)

REMEMBER THE SO IS ON WEDNESDAY THE 18th