Voortplanting oefentoets

Prostaat
Zaadleider
Zwellichaam
Urineleider
Zaadbal
Balzak
Eikel
Voorhuid
Zaadblaasje
Bijbal
1 / 29
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Prostaat
Zaadleider
Zwellichaam
Urineleider
Zaadbal
Balzak
Eikel
Voorhuid
Zaadblaasje
Bijbal

Slide 1 - Question de remorquage

De tekening geeft een cel van de mens weer.

Waar ontstaat deze cel?

A
Prostaat
B
Bijbal
C
Teelbal
D
Zaadblaasje

Slide 2 - Quiz

Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina

Slide 3 - Question de remorquage


Het baarmoederslijmvlies is niet altijd even dik.
Wanneer is het baarmoederslijmvlies het dikst?
A
als de menstruatie een dag bezig is
B
direct na afloop van de menstruatie
C
enkele dagen voor de eisprong
D
enkele dagen na de eisprong

Slide 4 - Quiz

In afbeelding zie je een grafiek met de groei van het slijmvlies van de baarmoederwand van een vrouw.
Op welke dagen is deze vrouw vruchtbaar?
A
Op dag 1-5.
B
Op dag 6-10.
C
Op dag 12-16
D
Op dag 16-20

Slide 5 - Quiz

Waarom is Coïtus interruptus geen betrouwbare methode van anticonceptie?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is periodieke onthouding?

Slide 7 - Question ouverte

In welke levensfasen heb je te maken met een groeispurt?
A
Als baby en peuter.
B
Als schoolkind en puber.
C
Als peuter en kleuter.
D
Als baby en puber.

Slide 8 - Quiz

Mia krijgt schaamhaar en haar onder haar oksels en op haar benen. Welke bewering(en) is/zijn waar?
A
De haargroei is een primair geslachtkenmerk
B
De haargroei is een secundair geslachtskenmerk
C
De haargroei is geen geslachtkenmerk
D
De haargroei is zowel een primair als een secundair geslachtskenmerk

Slide 9 - Quiz

Het lekkere gevoel bij een zaadlozing wordt erectie genoemd. Juist of onjuist? Leg je antwoord uit bij onjuist!

Slide 10 - Question ouverte

De prostaat voegt vocht toe aan de zaadcellen.Juist of onjuist? Leg je antwoord uit bij onjuist!

Slide 11 - Question ouverte

Hoe heet onderdeel 6?
A
Plasbuis
B
Anus
C
Vagina
D
Clitoris

Slide 12 - Quiz

Hoe lang duurt een "normale" menstruatiecyclus?
A
28 tot 30 dagen
B
24 tot 26 dagen
C
32 tot 35 dagen
D
9 maanden

Slide 13 - Quiz

Wat is een ander woord voor eisprong?
A
Evaluatie
B
Ovulatie
C
Evolutie
D
Ik vind dit een stomme vraag.

Slide 14 - Quiz

Welk orgaan stoot tijdens de menstruatie slijmvlies af?

A
De baarmoeder.
B
De eierstokken.
C
De eileiders.
D
De vagina.

Slide 15 - Quiz

Een vrouw heeft op een kalender de eerste dag van haar menstruatie aangegeven (zie afbeelding). Deze vrouw heeft een regelmatige menstruatiecyclus.
In de maand februari heeft deze vrouw op vier dagen geslachtsgemeenschap gehad met een man, namelijk op 5, 12, 19 en 26 februari.

Op welke van de genoemde dagen is de kans het grootst dat de geslachtsgemeenschap tot bevruchting leidt?
A
5 februari
B
12 februari
C
19 februari
D
26 februari

Slide 16 - Quiz

Layla van 12 t/m 15 januari ongesteld is. Ze is gezond en heeft een regelmatige menstruatiecyclus. Ze probeert zwanger te worden. Wat is er op de vier data aan de hand?
26 januari 
28 januari
4 februari
9 februari
eisprong/ovulatie
Ze kan ongesteld worden. ( als niet zwanger)
Innesteling
bevruchting eicel 

Slide 17 - Question de remorquage

Zet de zinnen over de bevruchting van een eicel in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Een zaadcel ontmoet de eicel.
Een eicel komt vrij uit de eierstok.
De kernen van de eicel en zaadcel smelten samen.
Een eicel komt in de eileider.

Slide 18 - Question de remorquage


Wat gebeurt er bij innesteling?
A
Een bevruchte eicel begint zich te delen en wordt een bolletje cellen.
B
Een bolletje van delende cellen gaat vast zitten in het baarmoederslijmvlies.
C
Een bolletje van delende cellen reist naar de baarmoeder.
D
Een eicel wordt bevrucht door een zaadcel.

Slide 19 - Quiz

Veel vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie maandverband of tampons om bloed en slijmvlies uit de baarmoeder op te vangen. Een tampon wordt in de vagina ingebracht. Welke letter in de afbeelding geeft het deel aan waarin een tampon wordt ingebracht? 
Letter:
P
Q
R

Slide 20 - Question de remorquage

Een man en een vrouw hebben geslachtsgemeenschap. Ze gebruiken geen voorbehoedmiddelen.

In welk deel komen de zaadcellen het eerst terecht nadat ze de penis hebben verlaten?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina

Slide 21 - Quiz

Bij een vrouw kan in de eileiders een onbevruchte eicel worden aangetroffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Bij een vrouw kan in de eileiders een onbevruchte eicel worden aangetroffen. Juist of onjuist? Leg je antwoord uit bij onjuist!

Slide 23 - Question ouverte

Tijdens de zwangerschap heeft een vrouw menstruaties.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Tijdens de zwangerschap heeft een vrouw menstruaties. juist of onjuist? Leg je antwoord uit bij onjuist!

Slide 25 - Question ouverte

Welke hoort niet in het rijtje thuis? Bedenk ook waarom!
A
Coïtus Interruptus
B
Condoom
C
De pil
D
Pessarium

Slide 26 - Quiz

Bekijk de afbeelding en zet de juiste nummers bij de genoemde onderdelen.
vruchtvliezen
placenta
vruchtwater
navelstrengbloedvat
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 27 - Question de remorquage


Is onderstaande beweringen juist of onjuist? 
Medicijnen die een zwangere vrouw inneemt, kunnen bij de foetus terechtkomen. 
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Waarop berust de 'werking' van de pil ter voorkoming van de zwangerschap?
A
Dit zorgt ervoor dat zaadcellen de eicel niet kunnen bereiken
B
Het voorkomen van de innesteling van het embryo
C
Op het niet meer rijpen van een follikel door toediening van hormonen
D
Geen seks hebben in de vruchtbare periode van de vrouw

Slide 29 - Quiz