Week 7 Part 2

Welcome!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welcome!

Slide 1 - Diapositive

What did we do / talk about last lesson?
timer
1:30

Slide 2 - Question ouverte

planning


  • Huiswerk bespreken
  • Herhaling vorige les
  • Video
  • Leestekstje
  • Opdrachten its learning

Slide 3 - Diapositive

Homework
Maak op itslearning Paragraaf 1.4  
Opdracht 6: Maak de zinnen ontkennend
Opdracht 9: Vul de juiste woorden in (Woordjes Bladzijde 43)
Opdracht 10: Kies bij iederen persoon de juiste film en waarom

Slide 4 - Diapositive

Goals
At the end of this lesson...
  • I know how to make a negative sentence with "to be".

Slide 5 - Diapositive

Wat weet jij nog allemaal over het werkwoord to be?

Slide 6 - Question ouverte

To be
  • To be = zijn
  • Het is een van de meest voorkomende werkwoorden in het Engels. 
  • We gebruiken 'to be' vaak bij persoonlijke voornaamwoorden.
  • Je moet hier drie verschillende woorden leren:

Slide 7 - Diapositive

Welke drie woordjes mag je invullen bij het werkwoord 'to be'?

Slide 8 - Question ouverte

TO BE = ZIJN
I am
you are
he / she / it is

we are
you are
they are
enkelvoud
}
meervoud
}

Slide 9 - Diapositive

AM
ARE
IS
you
we
they
he
I
she
it
  Enrico
Esmee
Selina & Djevy

Slide 10 - Question de remorquage

I am a teacher.
I am not a teacher.
You are a boy.
You are not a boy.
He is a soccer player.
He is not a soccer player.
She is a dancer.
She is not a teacher.
It is blue.
It is not blue.
We are students.
We are not students.
You are happy.
You are not happy 
They are tall.
They are not tall. 
Bestudeer de volgende zinnen. What happens?

Slide 11 - Diapositive

> Zinnen met TO BE ontkennend maken, doen we door de not achter de vorm van to be te zetten. 



Voorbeeld
I am a teacher.                    I am not a teacher.
You are a student.              You are not a student.
She is a girl.                          She is not a girl.
We are at school.                We are not at school.
They are very young.         They are not very young.
You are at school.               You are not at school.

Slide 12 - Diapositive

Maak de volgende zin ontkennend:
The teacher is always happy to see you.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Je zag zojuist een video over 'Esports'. Wat denk je dat Esports is?

Slide 15 - Question ouverte

reading

Slide 16 - Diapositive

'Gaming for money' Bladzijde 27 

Slide 17 - Diapositive

Waar denk je dat de tekst 'gaming for money' gaat? (think-pair-share)
timer
0:30

Slide 18 - Question ouverte

Homework
Maak op itslearning Paragraaf 1.4  

Opdracht 7: Schrijf de juiste nummers achter de onderwerpen.

Opdracht 8: Beantwoord de vragen over de leestekst 'gaming for money'

Slide 19 - Diapositive