ONO Blok 4 Over taal

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
5:00
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
1. Huiswerk bespreken 
2. Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Diapositive

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Een klein jongetje wilde spelen in de werkplaats van zijn vader.

Slide 3 - Question ouverte

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Hij zag twee scherpe priemen liggen.

Slide 4 - Question ouverte

Benoem het onderwerp (ond) in de volgende zin:

Mijn vader draagt mijn pasgeboren broertje.

Slide 5 - Question ouverte

Leerdoelen:
  • Ik begrijp de betekenis van schooltaalwoorden.

Slide 6 - Diapositive

Instructie
Tegenstelling
Als je een woord leest dat je niet begrijpt, lees je een stukje terug of een stukje verder. Soms zie je dan iets dat het tegenovergestelde is van het moeilijke woord. Dat helpt je om het moeilijke woord te begrijpen. 
Samenstelling
Bij een samenstelling kun je de betekenis uit twee woorden afleiden. Bijv. fietsband. 
Voor- en achtervoegsel
Let op voor- en achtervoegsels. 
Vb. inburgering > burger = inwoner van stad/land
inburgering = burger worden van een land

Slide 7 - Diapositive

Tijdens het debat geeft het meisje een goed....
A
feit
B
argument
C
stelling
D
theoretisch

Slide 8 - Quiz

De anderen zijn nog niet klaar, maar ik ben .... begonnen met mijn werk.
A
reeds
B
relatie
C
betreffende
D
steeds

Slide 9 - Quiz

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
Als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen het ook.
B
Pas als er een ongeluk gebeurd is, wordt er iets aan het probleem gedaan.
C
Als er geen toezicht is, durft iedereen opeens veel.
D
Beter iets, dan helemaal niets.

Slide 10 - Quiz

De hond...
A
in de ketel vinden.
B
in de pan vinden.
C
in de pot vinden.
D
in zijn hok vinden.

Slide 11 - Quiz

Zelfstandige verwerking
  • Filmvlog maken

Klaar? 
  • Pak je boek erbij op blz. 192
  • Zoek een tekst op internet.
  • Kopieer en plak de tekst (inclusief bron) in een document.
  • Stel 10 toetsvragen en zoek de antwoorden erbij.
timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

Evaluatie leerdoelen
  • Ik begrijp de betekenis van schooltaalwoorden.
  • Ik kan de betekenis van een moeilijk woord vinden door te letten op bekende stukjes.
  • Ik kan het stappenplan moeilijke woorden gebruiken.
  • Ik weet wat figuurlijk taalgebruik is.

Slide 13 - Diapositive

Vooruitblik B3 Over Taal
In de volgende les gaan we verder met B3 Over Taal.

Slide 14 - Diapositive