DH5A Oefetoets Periode 1 Examenidioom

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

DH5A - OEFENTOETS P1

Signaalwoorden

tekstverbanden

Positieve en negatieve strekking

veel voorkomende vraagstellingen

stukje tekst met signaalwoorden

Signaalwoorden DN

De volgende vragen gaan over de signaalwoorden

Kies de juiste vertaling van:
zusätzlich

1. bovendien
2. ofschoon
3. daarbij
4. alsook

Geef de juiste vertaling van:
stattdessen

1. tijdens
2. in plaats daarvan
3. ondertussen
4. staat er tussen

Geef aan wat voor soort signaalwoord:
aber

1. reden, oorzaak
2. tegenstelling
3. gevolg, conclusie
4. tijd

Vertaal het woord:
inzwischen

Vertaal het woord:
sogar

Vertaal het woord:
nur

Vertaal:
schließlich

Vertaal het woord:
nicht… sondern

Vertaal het woord:
damit

Vertaal:
übrigens

Tekstverbanden

De volgende vragen gaan hierover.

Kies de juiste vertaling/tekstverband van:
die Schlussfolgerung

1. de conclusie
2. het uitsluitsel
3. het eindresultaat
4. De uitkomst van de overdenking, argument en observatie

Kies de juiste vertaling/tekstverband
Erläuterung

1. verlichting
2. toelichting
3. verklaring
4. de alinea

Vertaal het woord/tekstverband:
Abstrahierung

Vertaal het woord/tekstverband:
Widerlegung

Positieve en negatieve strekking

De volgende vragen gaan over positieve en negatieve woorden

Vertaal/is het positief of negatief:
gelingen

Vertaal/is het positief of negatief:
scheitern

Vertaal/is het positief of negatief:
kaum

Vertaal/is het positief of negatief:
erlaubt

Veel voorkomende vraagstelling

De komende vragen gaan over veel voorkomende vraagstelling

Vertaal deze vraagstelling:
Welcher Titel passt inhaltlich am besten zu diesem Text?

Vertaal deze vraagstelling:
Was kann man aus dem Text schließen?

Vertaal deze vraagstelling:
Welche Aussage über X trifft zu?

Vertaal deze vraagstelling:
Worüber staunt der Verfasser im 4. Absatz? – Über die Tatsache, dass ...

Vertaal deze vraagstelling:
Aus welchem Anlass wurde der Artikel geschrieben?

Vertaal deze vraagstelling:
Mit welchen Worten illustriert der Verfasser diese Behauptung?

Du bist fertig

Je kunt de toets nu afsluiten