Week 20 - lezen H5, 4, 3 - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vandaag

• Lezen H3 en H4
• Lezen H5 - blz. 140 - vraag 4
• 
  

PRAKTIJKOPDRACHT? BETOOG? FICTIEOPDRACHT? SPELLING H5?

Ben je al begonnen met je 3e fictieopdracht?

1. Ja, ik ben al begonnen met lezen
2. Ik ben al begonnen aan de opdracht
3. Ik heb een boek maar moet nog gaan lezen
4. Nee, ik moet nog een boek zoeken

4.Welk functiewoord is van toepassing op alinea 2?

Vraag 7

In een goedwerkend recyclesysteem gaat het zo

Maar bij plastic gaat het zo

Welke tekstverbanden weet je nog? Noem bij elk tekstverband een bijbehorend signaalwoord.

Wat is het verschil tussen waarderend argument en feitelijk argument?

Argumentatie

• Enkelvoudig (standpunt + 1 argument)
• Nevenschikkend (standpunt + meerdere argumenten die naast elkaar staan). Herken je aan: 'en'
• Onderschikkend (argument onderbouwen met een extra argument). Herken je aan: 'want' 

Zij moet hier directeur worden, want zij heeft al haar zaken altijd in orde.

1. Enkelvoudige argumentatie
2. Nevenschikkende argumentatie
3. Onderschikkende argumentatie
4. Neven- en onderschikkende argumentatie

Ik vind Nederlands een heel leuk vak omdat ik het allemaal goed begrijp. Bovendien hebben we ook een leuke docent.

1. Enkelvoudige argumentatie
2. Nevenschikkende argumentatie
3. Onderschikkende argumentatie
4. Neven- en onderschikkende argumentatie

Hoe noem je het als een schrijver een argument onderbouwt met een ondersteunend argument?

1. Enkelvoudige argumentatie
2. Nevenschikkende argumentatie
3. Onderschikkende argumentatie
4. Neven - en onderschikkende argumentatie

We moeten in lockdown, zodat we de ouderen kunnen beschermen. Zij zijn namelijk kwetsbaar.

1. Enkelvoudige argumentatie
2. Nevenschikkende argumentatie
3. Onderschikkende argumentatie
4. Neven- en onderschikkende argumentatie.

Wat ontkracht je door een tegenargument?

1. een standpunt
2. een argument
3. een weerlegging

Met een weerlegging ontkracht je een

1. standpunt
2. argument
3. tegenargument

Is B een weerlegging of tegenargument?
A. Volgens mij kun je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers.
B. Maar dat kost me wel een heel jaar.

1. Weerlegging
2. Tegenargument

Werkdoelen week 20/21

Indien nog niet gemaakt:

Lezen H3: opdr. 1 t/m 3

Lezen H4: opdr. 2 en 4

Sowieso:

Lezen H5: opdr. 1, 2 en 4

Extra oefenen? Nieuw Nederlands online!