aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Ontleed de volgende zinnen

ow, wg of ng, lv, mv

Morgen geeft hij tante een doosje Merci. 

Het aanbod van koopwaar is mij veel te gek. 

Tijdens het weekend overhandigde Jonathan mij een envelop met geld. 

Aan het eind van de les.....

• kan ik een aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord benoemen in een zin.

Wat is een:
1. aanwijzend voornaamwoord
2. vragend voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord

Wijst iets aan:

deze, die, dit, dat, zo'n, dergelijke

Deze dag gaat heel leuk worden.

Die leerling heeft goed gescoord!

Staat meestal voor een ZN: deze hond

maar je kan het er ook achter denken: luistert beter dan die (hond).

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in deze zin:

Ik zou een rode mountainbike eerder kopen dan zo'n zwarte.

1. een
2. eerder
3. dan
4. zo'n

Vragend voornaamwoord

Staat aan het begin van een vraag:

Wie, wat, welke, wat voor (een)

Bijvoorbeeld: Wie loopt daar in de verte?

Waar, wanneer en hoe zijn geen vragende voornaamwoorden.

Wat is het vragend voornaamwoord in deze zin:

Naar welke film ben je gisteren geweest?

1. Naar
2. welke
3. gisteren
4. geweest

aanwijzend voornaamwoord

vragend voornaamwoord

hetzelfde

deze

wie

zulke

welke

Onbepaald voornaamwoord

Duidt een persoon of ding aan, 

maar zegt niet precies wie of wat.

Iemand, niemand, iedereen, men, het, iets, een zekere

Let op: het woordje 'je' is onbepaald als het 'men' betekent.

'Tegenwoordig kun je beter geen lifters meenemen.'

Onbepaald voornaamwoord

Het woordje 'je' is onbepaald als het 'men' betekent.

- Tegenwoordig kun je beter geen lifters meenemen.'

Het woordje wat is onbepaald voornaamwoord als het iets betekent:

 – Heb je nog wat gekocht bij de Primark? 

Het woordje het is een onbepaald voornaamwoord als het niet naar iets verwijst, maar tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft:

 – Het is vier uur en buiten is het guur.

Wat is het onbepaald voornaamwoord in deze zin:

Zulke goedkope schaatsen kun je maar beter niet kopen.

1. Zulke
2. je
3. beter
4. niet

Geef een voorbeeld van een
1. aanwijzend voornaamwoord
2. vragend voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord

Maak de juiste combinaties

Was dit jouw boek of het zijne ?

Hij staarde voor zich uit.

Jack houdt niet van zulke/dergelijke opmerkingen.

Heb je nog iets van hem gehoord?

Bezittelijk voornaamwoord

Persoonlijk voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord

Onbepaald voornaamwoord

Opdracht deze les

H5 Grammatica: aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord

Maak opdracht:

1

4

(2)

Ik kan een aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord in een zin herkennen.

😒🙁😐🙂😃