Stomazorg

STOMA ZORG
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

STOMA ZORG

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies spijsvertering
  • Voedsel opnemen (via de mond)
  • Voedsel fijnmaken (kauwen)
  • Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  • Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen en spierbewegingen)
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed ( via wand dunne darm)
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (anus)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede volgorde van de spijsvertering?
A
Slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
Mondholte, slokdarm, dunne darm, maag, dikkedarm
C
Mondholte, slokdarm, maag, dunne darm, dikkedarm
D
Dikke darm, dunne darm, maag, mondholte

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit deel verbindt de mond met de slokdarm
Hierin wordt voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt verder gekneed en fijn gemaakt
Dit deel is vele meters lang
Dit deel vervoert voedsel verder het spijsverteringskanaal in
Klieren in de wand vormen slijmstoffen en glijstoffen
Met dit deel kun je genieten van je eten

Keelholte

Maag

Dunne darm

Slokdarm

Dikke darm

Mondholte

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoma zorg wat weet je al
en wat zijn je leervragen?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan een reden zijn voor een aanleg van een stoma?
A
Tumor darm
B
Ernstige ontstekingen darmen
C
Onbehandelbare verstoppingen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stoma zie je?
A
Ileostoma
B
Urostoma
C
Colostoma

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ziet hiernaast een
.......... stoma
A
Colostoma
B
Ileostoma
C
Dunne darm stoma
D
Dikke darm stoma

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:16
Hoe heet het als iemand ontlasting braakt?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dubbelloops stoma

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelloops of eindstandig stoma

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een colostoma
A
Stoma voor urine
B
Stoma van dunne darm
C
Stoma van de dikke darm
D
Stoma van de anus

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een enkelloops stoma
A
Is een blijvend stoma
B
Is alleen mogelijk bij de dikke darm
C
Zijn twee openingen van de darm

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk stoma geeft dunne ontlasting
A
colonstoma
B
ileostoma
C
urostoma

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke stoma gebruik je dit stomazakje? Zie afbeelding.
A
Colostoma
B
Urostoma
C
Ileostoma
D
Tracheastoma

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een dubbelloops stoma
A
Uiteinde van de darm
B
Een stoma met een darmopening
C
Een stoma met twee darmopeningen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hernia

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzonken stoma

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prolaps

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huidplak verwijder je van onder het stoma naar boven het stoma.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten stoma zakjes


  • Gesloten zakjes
  • Open zakjes
  • Urinestomazakjes

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Eendelig systeem
De dunne huidplaat zit al aan het zakje vast.
Verwissel het 1-3 keer per dag

Tweedelig systeem
De huidplaat kan in principe 2-3 dagen blijven zitten
Verwissel het zakje 1-3 keer per dag

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hulpmiddelen
Huid beschermers ( barrière crèmes, cavilon spray, removers)
Weg werp zakjes en stoma reinigingsdoekjes
Opvulringen, aandruk ringen, pasta’s


Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de huid rondom een stoma geïrriteerd is dan kan je beter een eendelig stomasysteem gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe herken je een ontsteking bij een stoma?
A
Warm aanvoelen, rood om de stoma heen, pus, pijnlijk en geïrriteerd.
B
Er kan geen ontsteking ontstaan bij een stoma
C
Geen van alle is goed.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een client met een stoma moet.......drinken
A
rond de 1 liter
B
rond de 1,5 liter
C
rond de 2 liter

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Irrigatie van de stoma

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent "een stoma irrigeren"
A
Het spoelen van de darmen
B
Het spoelen van de darmen via een stoma om de dikke darm leeg te maken
C
Wild vlees verwijderen

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een nadeel bij het irrigeren van een stoma?
A
geen ontlasting hebben
B
huidproblemen als gevolg van een lekkage
C
het neemt veel tijd in beslag
D
Mensen kunnen een flauwte krijgen

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na het spoelen van de darmen kan de stoma worden afgesloten met een stomaplug.
A
De stomaplug is een soort opvangsysteem.
B
Alleen zorgvragers met een eindstandige colostoma kunnen een stomaplug gebruiken.
C
De zorgvrager kan alleen een stomaplug gebruiken als de ontlasting veel vocht bevat.

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions