Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Quiz 2 havo en 2 vwo (leesvaardigheid)
Feit of mening?
Lezen is leuk
A
feit
B
mening
1 / 21
suivant
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Feit of mening?
Lezen is leuk
A
feit
B
mening
Slide 1 - Quiz
Feit of mening?
Eindhoven telt 220.000 inwoners.
A
feit
B
mening
Slide 2 - Quiz
Feit of mening?
Van Almere naar Best rijden duurt 1 uur en 8 minuten.
A
feit
B
mening
Slide 3 - Quiz
Feit of mening?
Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening
Slide 4 - Quiz
Feit of mening?
HP is de leukste school van Almere.
A
feit
B
mening
Slide 5 - Quiz
Feit of mening?
Mijn broek is blauw.
A
feit
B
mening
Slide 6 - Quiz
Deze signaalwoorden (eerst, intussen, terwijl, toen, vervolgens, daarna, voordat, nadat, zodra en ten slotte) horen bij:
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
Slide 7 - Quiz
Waar staat de bron van een tekst?
A
bovenaan de tekst
B
bovenaan een alinea
C
onderaan de tekst
Slide 8 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.
B
Een deelonderwerp van de tekst
Slide 9 - Quiz
Wat is géén tekstverband?
A
redengevend
B
opsommend
C
tegenstrijdig
D
uitleggend
Slide 10 - Quiz
Een letterlijk interviewverslag =
A
vraag- antwoord- vraag- antwoord-vraag-antwoord
B
Geen vragen, maar een uitgeschreven tekst over het interview.
Slide 11 - Quiz
Wat is een signaalwoord van het tekstverband 'samenvattend'?
A
maar
B
echter
C
net als
D
kortom
Slide 12 - Quiz
Wat kunnen functies zijn van het slot?
A
conclusie, samenvatting, advies geven
B
mening, centrale vraag, aanleiding noemen.
Slide 13 - Quiz
Wat kunnen functies zijn van de inleiding?
A
aanleiding noemen en een mening geven
B
een advies geven en een conclusie noemen.
Slide 14 - Quiz
Welke tekstvorm hoort bij een nieuwsbericht?
A
overtuigen
B
informeren
C
activeren
D
amuseren
Slide 15 - Quiz
Welke tekstvorm hoort bij een toneelstuk?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 16 - Quiz
Welke tekstvorm hoort bij een oproep?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 17 - Quiz
Welke tekstvorm hoort bij een klachtenbrief?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 18 - Quiz
Wat zijn de signaalwoorden van het 'vergelijkend tekstverband'?
A
als, wanneer, indien, mits, tenzij, op voorwaarde dat
B
net als, zoals, evenals
C
bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden.
Slide 19 - Quiz
Wat is de tekstsoort van een informatieve tekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 20 - Quiz
Wat betekent amuseren?
A
vermaken
B
vervelen
C
informatie geven
Slide 21 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Quiz 2 havo en 2 vwo (leesvaardigheid)
Octobre 2020
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4 januari (paragraaf 3.2)
Janvier 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Quiz 2 havo en 2 vwo (leesvaardigheid)
Septembre 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Leesvaardigheid 2-3vwo: introductie en voorkennis ophalen
Juin 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Oefenen voor examen lezen luisteren
Mars 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Quiz daltonuur
Novembre 2020
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Quiz 2 havo en 2 vwo (leesvaardigheid)
Mai 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2TOP H2.2 Lezen
Octobre 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2