Nieuwsbegrip week 51 Tornado's tekst B

1 / 22
suivant
Slide 1: Lien
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

Wat weet je al over tornado's

Slide 2 - Diapositive

Tornado's

Slide 3 - Carte mentale

Leerdoelen
  • Je leert vandaag wat hoofdzaken en bijzaken zijn.
  • Je kunt hoofdzaken en bijzaken onderschijden.
  • Je kunt een samenvatting schrijven van de tekst door per alinea de hoofdzaken te benoemen.

Slide 4 - Diapositive

actief lezen in je groepje.
Jullie gaan in je groepje lezen.
Na elke stukje bespreek je met elkaar:
  • of iedereen het heeft begrepen.
  • het antwoord op de sleutelvraag.

Slide 5 - Diapositive

Tijdens het lezen
1 leerling leest.
3 leerlingen zijn aan het markeren. (je leest actief mee.)

bespreek het belangrijkste uit het stukje.

Slide 6 - Diapositive

Sleutelvraag 1

Slide 7 - Question ouverte

sleutelvraag 2

Slide 8 - Question ouverte

sleutelvraag 3

Slide 9 - Question ouverte

sleutelvraag 4

Slide 10 - Question ouverte

sleutelvraag 5

Slide 11 - Question ouverte

sleutelvraag 7

Slide 12 - Question ouverte

Een vergelijkingsschema
vraag
tornado's algemeen
tornado's 10 en 11 december
Waar komen ze voor?
Wat zijn de gevolgen
Wanneer komen ze voor?

Slide 13 - Diapositive

Inleiding
A
A. Hele straten zijn met de grond gelijkgemaakt en duizenden mensen kwamen zonder stroom te zitten.
B
B. Tornado’s, waarvan één door vier staten trok, hebben in de VS voor enorme schade gezorgd.

Slide 14 - Quiz

Draaiende trechter
A
Een tornado is een wervelwind die lijkt op een draaiende trechter.
B
Tornado's komen vooral in het voorjaar voor.

Slide 15 - Quiz

Rondvliegende objecten
A
A. De schade bij een tornado wordt veroorzaakt door de sterke wind en door rondvliegende objecten.
B
B. De windsnelheid in een tornado kan oplopen tot 400 kilometer per uur.

Slide 16 - Quiz

Schuilkelders
A
A. Er zijn veel schuilkelders, bijvoorbeeld in een gemeentehuis of ‘high school’.
B
Veel mensen konden een schuilkelder opzoeken, maar er werden veel woningen verwoest.

Slide 17 - Quiz

Ontreddering
A
In het stadje Mayfield in Kentucky is een kaarsenfabriek ingestort, maar de meeste werknemers hebben dat overleefd.
B
B. In het stadje Mayfield in Kentucky was de stroom uitgevallen en deden de telefoons het niet.

Slide 18 - Quiz

Reddingswerkers
A
A. Het leger helpt inwoners van de getroffen staten met het zoeken naar spullen.
B
In de getroffen staten zijn reddingwerkers bezig met het zoeken naar overlevenden en wordt er opgeruimd.

Slide 19 - Quiz

Na het beantwoorden van de meerkeuzevragen kun je een samenvatting schrijven.

Slide 20 - Question ouverte

Hoofdzaken en bijzaken
Wat staat er in een samenvatting?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive