Vitale functies

Vitale functies

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vitale functies

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gaat het met je?

Slide 2 - Sondage

Waarom hiervoor gekozen?
Het Programma:

10.45 - 11.45uur Vitale functies theorie/praktijk

11.45 - 14.15uur  Vitale functies skills oefenen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Ik kan de verschillende vitale functies (hartslag, bloeddruk,       ademhalingsfrequentie en lichaamstemperatuur) benoemen en   uitleggen hoe deze gemeten worden.
  • Ik kan nadenken over mijn meetvaardigheden en aangeven wat er   verbeterd kan worden door zelfevaluatie en feedback van de docent.
  • Ik toon een positieve houding en empathie tijdens het meten van vitale   functies bij patiënten, waarbij ik het belang van nauwkeurigheid en   patiëntcomfort benadruk.


K

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de vitale functies?
A
Hartfrequentie, bloeddruk, saturatie, temperatuur en bewustzijn
B
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en urineproductie
C
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en het 'niet pluis gevoel'
D
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en bewustzijn

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de vitale functies?
Hartslag
Ademhaling
Temperatuur
Bloeddruk
Bewustzijn

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bewust
onbewust

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer meten?
  • Deze kunnen af en toe worden gemeten bij een bezoek aan een dokter ter controle maar soms ook continu (ziekenhuis)

  • Bij ouderen in een verzorgingshuis of in de thuiszorg moeten soms ook vitale functies worden gemeten

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom meten we vitale functies?
Vitale functies zorgen ervoor dat wij in leven blijven. Als er problemen zijn met de vitale functies kan er bijvoorbeeld een ziekte zijn die behandeld moet worden 

Het compleet wegvallen van een vitale functie is levensgevaarlijk!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewustzijn
Helder en adequaat
Niet suf of onaanspreekbaar

Kan beïnvloed worden door;
Alcohol of drugs, (slaap) medicatie, delier, ongeval/ trauma, narcose
Wees alert op gebruik slaapmedicatie

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Saturatie

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Saturatie
  • Gezonde mensen saturatie 96- 100 %
  • COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
  • Lager dan 95% overleg arts
  • Lager dan 90% overwegen toedienen van zuurstof.            Altijd in overleg met de arts.


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aandachtpunten saturatie meten
  • Kijk naar de zorgvrager, niet alleen naar de getallen; wat zie je?
  • Nagellak kan de meting beinvloeden
  • Door koude handen is de meting moeilijker uit te voeren (geen mooie curve)

VS

Goede curve
Slechte curve

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de patient
B
Percentage zuurstof in de vinger
C
Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
D
Het percentage hemoglobine gebonden met koolzuur

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Observatie ademhaling
- Frequentie ademhaling
- Diepte en gelijkmatigheid ademhaling
- Regelmaat van de ademhaling
- Geluid van de ademhaling

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoge ademfrequentie 
Aandoeningen van longen en luchtwegen
Hartafwijkingen
Koorts
Lichamelijke inspanning
Emotie 
 Pijn (ribben)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid
Normale omstandigheden:
 vrijwel geen geluid
Mogelijk snurken (zwelling van de slijmvliezen van de ademhalingswegen)


Afwijkende ademhaling: 
Hijgende
Snurkende
Rochelende
Piepende ademhaling (astma aanval)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lage ademfrequentie
In slaap en rusttoestand
Na gebruik van slaapmiddelen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartfrequentie (pols)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartfrequentie
Je observeert het aantal hartslagen per minuut
Je observeert de hartslag in rusttoestand

Gemiddelde hartslag
   - pasgeborene: 120 – 140 sl/min
   - kinderen: frequentie hangt er af van de leeftijd, maar is hoger dan
     een bij een volwassene
   - volwassene 60 – 80 sl/min

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er tijdens een hartslag?
Bij elke hartslag vult het hart zich met bloed. 
Daarna trekt de hartspier samen om bloed naar alle organen en spieren te pompen


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions






De hartslag kan gemakkelijk
    gemeten worden door de kloppingen te
    tellen van een bloedvat in de pols vlak
    onder de duim. 
Dit wordt de polsslag genoemd.
   

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartritme
Normale hartslag: regelmatig
“Normaal” zijn alle hartslagen even krachtig en gelijkmatig

Onregelmatige hartslag kan wijzen op een stoornis in de werking van het hart

Verzorgende noteert bij onregelmatig hartritme: 85 IRR

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afwijkende hartslag
Verhoogde hartfrequentie: tachycardie
Emoties, koorts, bloedingen, hartafwijkingen, medicatiegebruik


Verlaagde hartfrequentie: bradycardie
Conditie, slaap, een hersenaandoening, hartafwijkingen, medicatiegebruik


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur
Normale temperatuur: 36 tot 37,5 C
Verhoging: 37,5 tot 38 C
Koorts: boven de 38 C
Ondertemperatuur: lager dan 36 C


Ochtendtemp is lager dan de middagtemp


Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke manieren om de temperatuur te meten ken je?

Slide 34 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Manieren temperatuur meten
Rectaal (in het rectum)
Axillair (onder de oksel)
Oraal (onder de tong)
Femoraal (in de lies)
Intra-auraal (in het oor)
Via voorhoofd of slaap

Slide 35 - Diapositive

Rectaal (in het rectum)
Axillair (onder de oksel)
Oraal (onder de tong)
Femoraal (in de lies)
Intra-auraal (in het oor)
Via voorhoofd of slaap
Koude rilling
Koude fase (1)
Rilt van de kou, klappertanden en schudden in bed


Warmte fase (2)
Acute temperatuurstijging; onrustig en angst


Transpiratiestadium (3)
Sterk transpireren, lichaamstemp daalt, bleke gelaatskleur, snelle pols, klam voorhoofd.
Koude rilling die 10-30 minuten duurt. 
Daana meestal diepe slaap. Lichaam moet herstellen.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cliënt met koorts
  1. Bedrust houden, koorts vraagt extra energie van het lichaam
  2. Stem de omgevingstemperatuur aan op de wensen van de cliënt
  3. Demp het licht
  4. Zorg voor extra vocht (bij hoge temp 2 a 3 liter in totaal)
  5. Verschoon het bed vaker bij overmatig transpireren
  6. Vaker douchen of wassen
  7. Denk aan mogelijk complicaties bij langdurige bedrust
  8. Observeer de cliënt
  9. Geef aandacht en zorg

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
  • Het bloed 'drukt' tegen wanden van bloedvaten: bloeddruk
  • Bloeddruk verschilt in je lichaam

  • Hoge bloeddruk slecht op de lange termijn: beschadiging bloedvat
  • Lage bloeddruk kan zorgen voor duizeligheid en flauwvallen.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Skills
Vaardigheden die je kunt oefenen:

  1. Bloeddruk meten
  2. Saturatie meten
  3. Polsslag tellen
  4. Ademhaling tellen

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Skills
Stap 1
Zoek met je groep het protocol op in Vilans

Stap 2
Waar liggen de aandachtspunten, wat zijn de complicaties en hoe ga je de handeling uitvoeren en toepassen in de zorg?

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Ik kan de verschillende vitale functies (hartslag, bloeddruk,       ademhalingsfrequentie en lichaamstemperatuur) benoemen en   uitleggen hoe deze gemeten worden.
  • Ik kan nadenken over mijn meetvaardigheden en aangeven wat er   verbeterd kan worden door zelfevaluatie en feedback van de docent.
  • Ik toon een positieve houding en empathie tijdens het meten van vitale   functies bij patiënten, waarbij ik het belang van nauwkeurigheid en   patiëntcomfort benadruk.


K

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe was deze les?
Saai
Leuk en afwisselend
Nooit meer doen
Wel OK
Prima
Volgende keer ook zo
Interessant

Slide 45 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions