2.4 Je kleding

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

2.4   Je kleding: wat zit erin?

Blz 41-43

Agenda

• Terugblik

• Welke etiketten zijn er?
  
• Welke verschillende vezels zijn er?
  
• Wat zijn de milieu-keurmerken?

• Praktische opdracht
  

 

Terugblik 

Wat is de belangrijkste functie van kleding?

Wat zijn andere functies van kleding?

Kleding

De opbouw van stof

Om kleding te maken, heb je eerst hele dunne draadjes nodig. 

Dit noemen we vezels. Deze vezels vormen samen draad. 

Uiteindelijk vormen de draden samen de stof. Van deze stof kan er bijvoorbeeld een broek gemaakt worden. 

Natuurlijke vezels 

Komen van planten of van dieren. 

Plantaardige vezels: katoen en linnen.

Dierlijke vezels: wol en zijde.

Worden in de fabriek gebleekt en geverfd. 

 Synthetische vezels

Gemaakt uit aardolie of steenkool.

Nylon en polyester. 

Smelten aan je huid vast bij brand, wat zorgt voor brandwonden. 

Eigenschappen van stof

Katoen kan veel vocht opnemen, houdt je een beetje warm en is heel erg brandbaar. Katoen is geschikt om te dragen tijdens het sporten. 

Nylon neemt bijna geen vocht op, houdt je bijna niet warm en is erg brandbaar. 

Wol kan veel vocht opnemen, houdt je erg warm en is slecht brandbaar. Zijde is ook slecht brandbaar. 

Opdracht 1: kleding

Teken welke kleding je in welk seizoen draagt. 

Zet daarbij ook welk soort stof je draagt. 

Nabespreken opdracht 1: meisjes

          Lente                                Herfst/winter                   Zomer

 Katoen/linnen                        Katoen/linnen/wol            Katoen/linnen

Nabespreken opdracht 1: jongens

          Lente                                Herfst/winter                   Zomer

 Katoen/linnen                        Katoen/linnen/wol            Katoen/linnen

Opdracht 2: krantenartikel

Lees het krantenartikel en beantwoord de vragen. 

Nabespreken opdracht 2

1. Synthetische stoffen

2. Nylon en polyester (kunststof)

3. Haarlak is erg brandbaar

4. Alles wat van een dier komt, brandt slecht (wol - schaap)

5. Die stoffen branden gelijk en kleven aan de huid vast.

6. Wanneer kleding los om je heen zit EN kleding met harige oppervlakken

Samenstellingsetiket

Geeft informatie over van welke stof een kledingstuk is gemaakt. 

Onderhoudsetiket

Geeft informatie over wassen, drogen en strijken van een kledingstuk. 

Merketiket

Het merk dat meestal op de buitenkant van een kledingstuk staat.

Merkkleding is vaak duurder. 

Maatetiket

Geeft informatie over hoe groot een kledingstuk is: XS, S, M, L of XL. Maten kunnen per merk verschillen. 

Opdracht 3: etiketten

Kleding en milieu

Bij de productie van katoen en zijde worden bestrijdingsmiddelen gebruikt. Ook worden stoffen vaak gebleekt of geverfd met bleekmiddelen en kleurstoffen, die schadelijk zijn voor het milieu. 

Kleding die gemaakt is met onder andere minder bestrijdingsmiddelen kunnen een milieu-keurmerk krijgen. 

Milieu-keurmerken

Een mileu-keurmerk betekent dat het product op een milieuvriendelijke manier gemaakt is. 

• Biologisch en milieuvriendelijk geproduceerd en                         geen kinderarbeid in ontwikkelingslanden (1)
• Beperkt gebruik van schadelijke stoffen (2)
• Verboden om schadelijke stoffen voor mens of milieu               te gebruiken en kinderarbeid (3). 

Opdracht 4: keurmerken

Nabespreken opdracht 4

Keurmerken                                                   Levensloop rood T-shirt

A: Eko-keurmerk                                           1) B

B: Mileukeur.                                                   2) D

C: EU Eco-label.                                            3) C

                                                                             4) A

Praktische opdracht

30 minuten geleden hebben jullie sokken om de flesjes gedaan. 

Nu is het de bedoeling dat jullie VOORZICHTIG de sokken van de flesjes afhalen en de temperatuur van elk flesje meten. 

Maak vervolgens de opdrachten die staan in je opdrachtenboekje bij PO.