H2: Arm en rijk in de Verenigde Staten Par 2 - les 2

H2: Arm en rijk in de Verenigde Staten
§2: Armoede en rijkdom in de VS




1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2: Arm en rijk in de Verenigde Staten
§2: Armoede en rijkdom in de VS




Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt in eigen woorden uitleggen hoe globalisering bijdraagt aan de welvaart van een land.
2. Je kunt aan de hand van de lorenzcurve bepalen of er in een land een hoog/laag inkomensongelijkheid is.
3. Je kunt de regionale ongelijkheid van de VS beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

H2: Arm en rijk in de Verenigde Staten
§2: Armoede en rijkdom in de VS
Wie zijn de rijken en wie de armen in de VS?
De Verenigde Staten en China kennen een veel hoger bnp dan Nederland. Dat is het gevolg van globalisering: het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie. 
Als je naar de bnp's van de Verenigde Staten en China kijkt kun je denken dat iedereen er rijk is. 
Maar de welvaart is er ongelijk verdeeld. Dit zie je in de Lorenzcurve.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Lorenzcurve
De verdeling van het nationale inkomen over de gehele bevolking
Welk land heeft een eerlijkere verdeling van de natiola inkomsten over de bevolking?
Nederland of de VS?

Slide 5 - Diapositive

H2: Arm en rijk in de Verenigde Staten
§2: Armoede en rijkdom in de VS
Wie zijn de rijken en wie de armen in de VS?
De welvaart is ook ongelijk verdeeld tussen de staten, en tussen bevolkingsgroepen.

Slide 6 - Diapositive

H2: Arm en rijk in de Verenigde Staten
§2: Armoede en rijkdom in de VS

Slide 7 - Diapositive

H2: Arm en rijk in de Verenigde Staten
§2: Armoede en rijkdom in de VS
Wie zijn de rijken en wie de armen in de VS?
De ongelijkheid heeft invloed op onder andere je koopkracht: de hoeveelheid producten en diensten die iemand met zijn inkomen kan kopen. 

Wanneer je inkomen lager is dan het minimale wat je nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs, dan leef je onder de armoedegrens.


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

BNP per inwoner
BNP
Zuigelingensterfte
Scholing
Ondervoeding
(kwalitatief / kwantitatief)
Levensverwachting
Lorenzcurve
Agrarische sector
Het HDI (Human Development Index) wordt gemeten aan de hand van?

Slide 10 - Question de remorquage

Maakwerk
H2.2 opdrachten 1 t/m 3, 4 abc, 5 t/m 8

Slide 11 - Diapositive