21-04

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

Wat gaan we doen?

- plaats in de klas

- belangrijke mededelingen

- wat weet/kun je aan het einde van de les?

- emoties

- wat weet/kun je nu?

Belangrijke mededelingen

• Iedere NT2 les, MOR-les en Coachles heb je een vaste plek.
• Als je 1 dag ongeoorloofd afwezig bent, moet je 2 uur nablijven.
  
• Als je 1 les spijbelt moet je de tijd van die les nablijven.
• Geen huiswerk? Wel strafwerk! Kijk iedere dag op huiswerk.sch23.nl
• Ben je te laat? Haal een te laat briefje bij de conciërge.
• Ben je ziek? Kun je niet naar school komen? Stuur mij een berichtje en bel school! Heb je een afspraak? Laat mij de brief van de afspraak zien. (Een foto via Whatsapp is ook goed)
• Je telefoon moet in de telefoon cel.
• Je doet wat de docent zegt. Hij of zij is de baas. Niet jij.
• Word je de klas uitgestuurd? Melden bij de leerlingbegeleider. Hij heet Robert en zit bij de administratie.
• Morgen om 10:45 start meneer Waldo de NT2 les, ik moet mijn paspoort ophalen.

Belangrijke data

• 16 mei is het Pinksteren. Je bent die dag vrij.
• 3 juni is het sportdag.
• 10 juni hebben we les bij Warrenburgrijopleidingen.nl hier gaan we samen heen.

Wat weet/kun je aan het einde van de les?

- je weet dat luisteren niet alleen met je oren is.

- je weet hoe emoties er bij mensen uit zien. 

- je weet hoe de emoties heten.

Welke emotie is dit?

1. boos
2. verdrietig
3. blij
4. verlegen

Welke emotie is dit?

1. boos
2. verdrietig
3. blij
4. verlegen

Welke emotie is dit?

1. boos
2. verdrietig
3. blij
4. verlegen

Welke emotie is dit?

1. boos
2. verdrietig
3. blij
4. verlegen

Wat is een emotie?

1. een gevoel
2. een drankje
3. een gewoonte
4. een brief

Je kunt zien of een mens blij is.

1. waar
2. niet waar

Je kunt horen of iemand boos is.

1. waar
2. niet waar

Je kunt ruiken of iemand verdrietig is.

1. waar
2. niet waar

Je kunt voelen of iemand verlegen is.

1. waar
2. niet waar

werkbladen

- knip de plaatjes uit.

- je krijgt een opdracht van de juf.

- je krijgt een nieuw werkblad.

- je krijgt een opdracht van de juf.

Wat weet/kun je nu?

- je weet dat luisteren niet alleen met je oren is.

- je weet hoe emoties er bij mensen uit zien. 

- je weet hoe de emoties heten.

film?