2V - H4 grammatica woordsoorten

H4 Grammatica woordsoorten
blz. 155 - 157

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H4 Grammatica woordsoorten
blz. 155 - 157

Slide 1 - Diapositive

Volgende les:
- herhaling

- Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord

- bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord
Deze les:

Slide 2 - Diapositive

Volgende les:
We hebben al geleerd wat hoofd- en bijzinnen zijn en wanneer er sprake is van nevenschikking en onderschikking. 
Herhaling

Slide 3 - Diapositive

In een hoofdzin staan pv en ow naast elkaar; er kan verder niks tussen staan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Ik ga naar huis, want ik moet huiswerk maken.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin

Slide 5 - Quiz

Is er sprake van nevenschikking of onderschikking?

'Ik ga naar huis, want ik moet huiswerk maken.'
A
Nevenschikking
B
Onderschikking

Slide 6 - Quiz

Volgende les:
Je hebt twee verschillende soorten voegwoorden: 

Nevenschikkend voegwoord (ns.vgw):
Dus, want, of, en, maar (DWOEM)

Onderschikkend voegwoord (os.vgw): aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits etc..... 
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord

Slide 7 - Diapositive

Volgende les:
Nevenschikkende voegwoorden verbinden: 
  • Twee hoofdzinnen
              {Ilse had een negen voor de toets} maar {Jos had maar een vijf}.
  • Twee bijzinnen
              {Ik had niet gedacht (dat Ajax kampioen zou worden) en (dat PSV zou verliezen)}.
  • Twee woordgroepen
              de korte brief en het lange afscheid
  • Twee woorden
              jazz of popmuziek
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
Nevenschikkend = gelijkwaardig

Slide 8 - Diapositive

Volgende les:
Een onderschikkend voegwoord verbindt: 
  • Een hoofdzin met een bijzin
              {Weet je al (of je deze zomer meegaat naar Spanje)}?
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
Onderschikkend = niet gelijkwaardig

Slide 9 - Diapositive

Volgende les:
LET OP: 'OF' kan dus een nevenschikkend en een onderschikkend voegwoord zijn: 

  • Nevenschikkend: {Rij jij} of {rij ik}?
  • Onderschikkend: {Weet je al (of je deze zomer meegaat naar Spanje)}?

Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord

DWOEM = nevenschikkend

dus, want, of, en, maar
Geheugensteuntje: 

Slide 10 - Diapositive

Nevenschikkend of onderschikkend?
Ik trek een dikke jas aan, ZODAT ik het niet koud krijg.
A
ns.vgw
B
os.vgw

Slide 11 - Quiz

Nevenschikkend of onderschikkend?
Sander is lid van een voetbalclub EN traint normaliter twee keer per week.

A
ns.vgw
B
os.vgw

Slide 12 - Quiz

Nevenschikkend of onderschikkend?
TOEN Myrthe op vakantie was in Oezbekistan, sliep ze in een tent, TOTDAT die begon te lekken.

A
ns.vgw + ns.vgw
B
os.vgw + os.vgw
C
ns.vgw + os.vgw
D
os.vgw + ns.vgw

Slide 13 - Quiz

Nevenschikkend of onderschikkend?
Eva doet een dansje, TERWIJL Rick gitaar speelt EN Marieke een liedje zingt.

A
ns.vgw + ns.vgw
B
os.vgw + os.vgw
C
ns.vgw + os.vgw
D
os.vgw + ns.vgw

Slide 14 - Quiz

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 15 - Diapositive

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
  • Een vragend voornaamwoord
              {Wil je me niet vertellen (wat je in Engeland gedaan hebt)}?
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 16 - Diapositive

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
  • Een vragend voornaamwoord
              {Wil je me niet vertellen (wat je in Engeland gedaan hebt)}?
  • Een bijwoord
            {De rector wist niet (waarover de docenten zaten te praten)}
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 17 - Diapositive

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
  • Een vragend voornaamwoord
              {Wil je me niet vertellen (wat je in Engeland gedaan hebt)}?
  • Een bijwoord
            {De rector wist niet (waarover de docenten zaten te praten)}
  • Een voorzetsel
              {Ik heb me afgevraagd (aan wie opa zijn gouden ring zou geven)}.
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 18 - Diapositive

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
  • Een vragend voornaamwoord
              {Wil je me niet vertellen (wat je in Engeland gedaan hebt)}?
  • Een bijwoord
            {De rector wist niet (waarover de docenten zaten te praten)}
  • Een voorzetsel
              {Ik heb me afgevraagd (aan wie opa zijn gouden ring zou geven)}.
  • Het telwoor hoeveel
              {De vakbond zal straks bekendmaken (hoeveel demonstranten er waren)}.
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 19 - Diapositive

Met welk woord begint de bijzin?

'Ik weet dat jij gespijbeld hebt'

Slide 20 - Question ouverte

Met welk woord begin de bijzin?

'In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje, want daar woont mijn tante.'

Slide 21 - Question ouverte

Met welk woord begint de bijzin?
'Weet je nog welke boeken je in klas 1 hebt gelezen?'

Slide 22 - Question ouverte

Met welk woord begint de bijzin?
'Hoe moet ik weten wanneer de 80-jarige oorlog was?'

Slide 23 - Question ouverte

Huiswerk
blz. 155-157
Opdracht 1 t/m 5

Slide 24 - Diapositive