Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H5: Rome, eeuwig Imperium
5.3: Caesar, Augustus en de keizers
Slide 1 - Diapositive
Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je nog van de vorige les(sen)?
Slide 3 - Carte mentale
Leerdoelen
1: Je kunt bewijzen waarom Julius Caesar zowel voorstanders als tegenstanders kreeg.
2: Je kunt uitleggen hoe keizer Augustus zorgde voor welvaart en rust in het Romeinse Rijk.
3: Je kunt uitleggen waarom het West-Romeinse Rijk uit elkaar valt.
Slide 4 - Diapositive
Machtsstrijd in Rome
Romeinse generaals kregen steeds meer macht en kregen ruzie met de senaat. Hierdoor ontstonden burgeroorlogen waarbij verschillende generaals tegen elkaar vochten.
Pompeius en Julius Caesarkwamen als winnaars uit de strijd.
Na een gewonnen veldslag in Alesia (nu Frankrijk) wilde Caesar terug naar Rome om consul te worden. Caesar wilde een einde maken aan de macht van rijke senatoren. In plaats van naar het centrum van Rome te gaan, stak hij met zijn hele leger de rivier de Rubicon over!
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Burgeroorlog
De senaat schakelde Pompeius in om Caesar tegen te houden. Caesar was echter mateloos populair bij de soldaten en won de strijd. Hierop benoemde de senaat hem tot dictator. De opdracht van Caesar was om de orde in de republiek te herstellen.
Een aantal senatoren vond dat Caesar teveel alleenheerser werd. In 44 v.Chr. werd Caesar vermoord!
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Je ziet een schilderij van Vincenzo Camuccini (1771 - 1844). Terwijl de moordenaars hun messen onder hun toga's vandaan halen, zegt Caesar – zo gaat het verhaal – tegen een goede vriend die ook een mes trekt 'et tu, Brute?' (= 'jij ook al, Brutus?')
Geschreven bronnen zijn bronnen met tekst.
Ongeschreven bronnen zijn afbeeldingen of voorwerpen.
Primaire bronnen zijn bronnen die uit de tijd zelf komen.
Secundaire bronnen komen van iemand uit een andere tijd.
Deze afbeelding hiernaast is dus een.....
A
Geschreven primaire bron
B
ongeschreven primaire bron
C
Geschreven secundaire bron
D
Ongeschreven secundaire bron.
Slide 9 - Quiz
Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren
Slide 10 - Quiz
Hoe noem je de mannen die Caesar vermoord hebben?
A
Consuls
B
Plebejers
C
Patriciërs
D
Senatoren
Slide 11 - Quiz
Augustus
De adoptiezoon van Caesar, Gaius Octavianus, greep met twee aanhangers van Caesar de macht in Rome. De moordenaars vluchtten en Octavianus schakelde alle tegenstanders uit. Hij maakte een einde aan de burgeroorlogen.
Hij bleef consul en stelde zich ieder jaar verkiesbaar. In 27 v.Chr. legde hij ineens alle bestuursfuncties neer. De senaat gaf hem toen de titel 'Augustus'. Hij had zoveel macht, dat hij wordt gezien als de eerste keizer van het Romeinse Rijk.
Slide 12 - Diapositive
Wat denk je dat de titel 'Augustus' ook betekent?
A
De verhevene
B
Dictator voor het leven
C
Keizer van het Romeinse rijk
D
Redder van de Republiek
Slide 13 - Quiz
Pax Romana
Onder Augustus groeide het Romeinse Rijk enorm. Arme burgers kregen gratis graan, om opstanden te voorkomen. In Rome zelf werden oude tempels opgeknapt en nieuwe gebouwd. Men zegt ook wel: 'Rome, een stad van stenen, veranderde in een stad van marmer'.
Augustus zorgde voor veranderingen in het leger. Na Augustus begon een periode van 200 jaar vrede en rust. Dit noem je de pax romana.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Barbaren!
De rijkdom van het Romeinse Rijk sprak veel mensen aan. De stammen aan de noordkant (Germanen) wilden het Romeinse Rijk graag veroveren. Het was een enorme klus om het enorme rijk te verdedigen. Er werden enorme forten gebouwd om de grens (Limes) te verdedigen. Een bekend voorbeeld is de Muur van Hadrianus.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Carte
Splitsing
Het Romeinse Rijk bleek te onbestuurbaar. In 395 n.Chr. werd daarom besloten om het Romeinse rijk op te splitsen in een westelijk en een oostelijk deel met elk een eigen keizer.
Slide 18 - Diapositive
Sleep de woorden naar de juiste plek in de tabel.
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Latijn
Grieks
Rome
Constantinopel
Slide 19 - Question de remorquage
Het einde
Het Romeinse Rijk werd steeds vaker binnengevallen. In 410 n.Chr. plunderden de Goten de stad Rome en namen grote delen van het Romeinse Rijk in. Dit noem je de grote volksverhuizingen. In 476 n.Chr. werd de Germaan Odoaker koning van Italië. Hiermee eindigde het West-Romeinse Rijk.
Het Oost-Romeinse rijk hield het tot 1453 n.Chr. vol.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Zet de vijf gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde door te slepen.
Rome werd gesticht in 753 v. Chr.
Julius Caesar veroverd veel grondgebied van Europa.
Keizer Augustus wordt de eerste keizer.
Pax Romana
De muur van Hadrianus wordt gebouwd
Slide 22 - Question de remorquage
Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk? Kies het juiste antwoord.
A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst.
In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood.
In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.
Slide 23 - Quiz
1: Je kunt bewijzen waarom Julius Caesar zowel voorstanders als tegenstanders kreeg.
2: Je kunt uitleggen hoe keizer Augustus zorgde voor welvaart en rust in het Romeinse Rijk.
3: Je kunt uitleggen waarom het West-Romeinse Rijk uit elkaar valt.
1: Je kunt bewijzen waarom Julius Caesar zowel voorstanders als tegenstanders kreeg.
2: Je kunt uitleggen hoe keizer Augustus zorgde voor welvaart en rust in het Romeinse Rijk.
3: Je kunt uitleggen waarom het West-Romeinse Rijk uit elkaar valt.
Ik beheers ze alle 3!
Ik beheers er 2/3
Ik beheers er 1/3
Ik ken geen leerdoelen en zing dus een liedje
Slide 24 - Sondage
1: Je kunt bewijzen waarom Julius Caesar zowel voorstanders als tegenstanders kreeg.
2: Je kunt uitleggen hoe keizer Augustus zorgde voor welvaart en rust in het Romeinse Rijk.
3: Je kunt uitleggen waarom het West-Romeinse Rijk uit elkaar valt.