Voorkennis van stelling van pythagoras

De stelling van pythagoras
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De stelling van pythagoras

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling van Pythagoras

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel
Jullie leren wat de rechthoekzijde en langste zijde van een rechthoekige driehoek is en hoe te herkennen.
Jullie leren dit hoofdstuk wat de stelling van Pythagoras is. 
Jullie leren hoe je de stelling van Pythagoras kan toepassen in werkelijke situaties.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom leer je deze stelling?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je vooraf kunnen?
Driehoek
Oppervlakte
Kwadraat
Wortel
Omtrek
Diagonaal

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

even herhalen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort driehoek is dit?
A
Gelijkbenig
B
gelijkzijdig
C
rechthoekig
D
gewoon een driehoek

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort driehoek is dit?
A
gelijkbenig
B
gelijkzijdig
C
rechthoekig
D
gewone driehoek

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor driehoek is dit?

A
gelijkbenig
B
gelijkzijdig
C
rechthoekig
D
gewone driehoek

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechthoeken
Omtrek
 Van een rechthoek is de omtrek:
2 x de lengte + 2 x de breedte.

Oppervlakte

Van een rechthoek is de oppervlakte:
de lengte x de breedte.

Slide 10 - Diapositive

Een vierkant is een rechthoek met vier gelijke zijden. De berekeningen voor de omtrek en oppervlakte voor een vierkant zou je daarom nog kunnen vereenvoudigen naar:

Omtrek: 4 x zijde
Oppervlakte: zijde2

Met welke som reken je de omtrek van deze rechthoek uit?
A
9 + 3 + 9 + 3 =
B
2 x 9 + 2 x 3 =
C
18 + 6 =
D
2 x 3 + 2 x 9 =

Slide 11 - Quiz

Met alle sommen bereken je het goede antwoord!
Een schapenkooi is 15 x 10 meter.

Hoeveel hek heeft de boer moeten
kopen om de kooi te maken?
A
50 m
B
150 m

Slide 12 - Quiz

Als je de grootte van iets uitspreekt zeg je vaak: (lengte) bij (breedte) meter. Dat schrijf je als ... x ... meter.

Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
12 dm²
B
32 cm²
C
2,7 dm²
D
16 cm

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pim heeft een tuin van 4 m x 5 m. Hij wil de hele tuin beleggen met nieuw gras. Hoeveel vierkante meter
gras heeft Pim nodig? Schrijf alleen het getal op.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wortels berekenen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


112
A
121
B
110
C
22

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


64
A
8
B
32

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wortel van 49 is...
A
2
B
24,5
C
13
D
7

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de wortel uit 16 = 8

A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kwadraat van 9 =
A
18
B
64
C
81
D
99

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



52
A
10
B
25
C
-25
D
-10

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Je krijgt nu de planning hoe we deze periode gaan werken en wanneer we wat gaan doen. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu zelf even samen oefenen
Ga aan de slag met de opdrachten. 
Kies ervoor om online of in je boek aan de slag te gaan.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions