3KBL 4.5 Les 8

Les 8
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 8

Slide 1 - Diapositive

Gaat het hier om een bewuste of onbewuste reactie?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Prikkel
Zintuig
Gevoelszenuwcel
Bewegings-zenuwcel
Schakelcellen
Schakelcellen
Reflex
Reactie
Bewuste reactie
De weg van een bewuste reactie en een reflex

Slide 8 - Diapositive

1
2
3
4
5
6
7
8
Zintuig -> impuls
Koud water prikkel
Bewustwording
Bewegingszenuw
Gevoelszenuw
Schakelzenuwcellen
Impuls
Impuls naar hersenen

Slide 9 - Question de remorquage

Waarom gaat een reflex zo snel?
A
De impuls hoeft niet naar de hersenen
B
Een reflex krijgt voorrang in de hersenen
C
Een reflex zie je aankomen en daardoor ben je er al klaar voor
D
De afstand is vaak lekker kort

Slide 10 - Quiz

Wanneer word je je bewust van een reflex?
A
Voor je reactie
B
Na je reactie

Slide 11 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 12 - Quiz

Uit het feit dat pijnstilling geen invloed heeft op de reactie van vissen, leidt Lisa af dat het spartelen van vissen die een pijnstiller hebben gekregen, een reflex is. Leg uit waardoor de pijnstiller geen invloed heeft op een reflex.

Slide 13 - Question ouverte

Bij baby’s komen verschillende reflexen voor. Wanneer de voetzool van een baby wordt aangeraakt, kromt hij de teentjes. Dit heet de Babinski-reflex.

Via welk deel van het centrale zenuwstelsel verlopen de impulsen bij deze Babinski-reflex?

A
Via de grote hersenen
B
Via de kleine hersenen
C
Via de hersenstam
D
Via het ruggenmerg

Slide 14 - Quiz

Een hele jonge baby kan al drinken bij de moeder door het aangeboren zuigreflex. Dit doet een baby als hij honger heeft en een aanraking op de wang voelt. Hij stopt pas met drinken als hij voldoende heeft. 
Zet de gebeurtenissen hieronder in de juiste volgorde.

1
2
3
4
5
6
7
De bewegingszenuwcellen geleid impulsen naar een spier.
De impulsen gaan over op schakelcellen.
De impulsen gaan over van de schakelcellen naar de bewegingszenuwcellen.
De impulsen gaan via gevoelszenuwcellen naar de hersenstam.
De spieren trekt samen en de mond maakt zuigende bewegingen.
Door aanraking van de  wang: impulsen ontstaan in de zintuigcellen 
Er gaan impulsen naar de hersenen: bewustwording 

Slide 15 - Question de remorquage


Dit is een ...
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Zenuw

Slide 16 - Quiz


Dit is een ...
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Zenuw

Slide 17 - Quiz

Welke letter stelt een schakelcel voor?
A
A
B
B
C
C

Slide 18 - Quiz

Bewuste prikkelverwerking. 
Test jezelf: bedenk wat er bij elk nummer moet staat en check of dit juist is. 
Zintuigen in de huid zetten een prikkel om naar een impuls.
1
De impuls gaat via een uitloper van een gevoelszenuwcel richting het ruggenmerg.
2
De impuls wordt in het ruggenmerg overgenomen door schakelzenuwcellen die de impuls richting je hersenen geleid.
3
Wanneer de impuls in de grote hersenen aankomt, in het juiste herengebied, dan ben je je bewust van de prikkel.
Je hersenen kunnen je spieren de opdracht geven te reageren. Dit gaat via een impuls langs de schakelzenuwcellen in je ruggenmerg. 
4
Via de uitlopers van bewegingszenuwcellen gaat de impuls naar je spieren zodat je ze kan bewegen. 
6
De schakelzenuwcellen in je ruggenmerg geleiden de impuls richting de bewegingszenuwcel. 
5

Slide 19 - Diapositive

De volgende les
Maandag is er geen online les, maar kan je de oefenvragen maken van 4.4 en 4.5 die in LessonUp staan. 

Vrijdag: Reageren met hormonen.  Voorbereiden: lezen blz. 124 t/m 126


Slide 20 - Diapositive

Maken 
Boek:
Lezen blz. 119 t/m 123
Opdracht 1 t/m 22 werkboek
(Dit moet vrijdag 21 januari af zijn)

Slide 21 - Diapositive