Hfdst 2.8 spelling les 1
1 / 18
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
"Lien weet wat de persoonsvorm is."
"Lien weet wat de persoonsvorm is."
A
Lien
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Noteer de persoonsvorm.
Gisteren heeft de mentor een vakantie geboekt.
Slide 7 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Noteer de persoonsvorm.
"De docent probeert de persoonsvorm uit te leggen."
"De docent probeert de persoonsvorm uit te leggen."
Slide 9 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Vul de drie vormen in van het werkwoord: lopen
ik....... hij....... wij......
ik....... hij....... wij......
Slide 10 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Vul de drie vormen in van het werkwoord: liggen
ik....... hij....... wij......
ik....... hij....... wij......
Slide 11 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Vul de drie vormen in van het werkwoord: zenden
ik....... hij....... wij......
ik....... hij....... wij......
Slide 12 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de persoonsvorm ?
De persoonsvorm
Mijn voetbal
is
gevallen
in de sloot
Slide 15 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Jip
wil
pauze.
Slide 16 - Question de remorquage
3 minuten
Geef van de volgende uitspraken aan of ze WAAR of NIET WAAR zijn.
WAAR
NIET WAAR
de persoonsvorm kan in twee tijden staan
de verlengproef gebruik je om de persoonsvorm in een zin te vinden
een persoonsvorm geeft aan wat een persoon, een ding of een dier doet
een persoonsvorm is altijd het tweede woord de zin
een persoonsvorm is een werkwoord
Elke zin heeft een persoonsvorm
Slide 17 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 18 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
